Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
37
960
over gepleegde huijsbraak en
waarop gem: willem van de Caap ter
dieste Eijsch ad Forturam aen
vergaderinge binnen geroepen zijnde
te worden, daer na den Eersten voor den tijd
en aen hem afgevraagt geworden zijnde
off hij met die drie gev: dien dief te hooren.
van vijff, en den tweeden ged: voor drie Jaaren
stal geperpetreert hadde, daerop in 't eerst van Ja geantwoord heeft dog
inde ketting geklonken zijnde, dus hare
kort daer aan desselfs woord wederom in halende segt uijt nood
meesters te huijs te werden gesonden, mits
en om de slagen die zij hem gegeven ende pijn hem aengedaen sulx
gesegt te hebben betuijgende egter kort daar op dat de gem:
betalende de Costen en misen van Justitie
drie gevangens deszelfs meede Complisen, waaren, de welke
Ontseggende den raad den verderen Eijsch
dan weederom binnen staende, en alle vier de gev„s tegens
van den officier. —
den anderen geconfronteert geworden zijnde, komt gem: willen
al weederom omtrent zijn bevorens genarreerde merkelijk te
varieren, sig ook in verschijde stukken selfs tegen te
spreken, blijvende de drie gevangens bij de negative persisteeren
den Eijsc„r persisteerd bij Eijschen
Conclusie voor replicq, stemmen
de egter toe dat den gem: willen
van de Caap dese variatie in
zijne partikulire verhooringe
ook altijd gebruijkt hadden. —
ende drie ged: voor duplicq
bijde ontkentenis.
Pieter van Rio de Cagoa Lijf
den ged:te seggen aende aen haer
eijgen van den koster Jan
opgelegde misdaat gants on„
melgior frippe, salomon
schuldig te weesen en deselve
niet volbragt te hebben, voe„
van Couchien slaaf van den
gende daar bij dat haaren beshul„
Land„ bouwer anthoni Lombaer
diger den slaaf willem vande Caap
en david van poeliacatte Lijf
verschijde andere op dus danige on„
regtmatige wijse vandien dieff
eijgen van den oud heemraad
stal begaen, aengeklaagt dog nader
Jan Bastiaensen, thans 's
hand weederom ^ ontschuldigt hadde
heeren gev: en ged:te omme
dienende.
den Eijss=r doet Eijsch en Concludeert
als bij geschrifte produceerende
meergem: Eijsc=r,
vervolgens de stukken ter matterie
den E Agtb: Raad naar over weging van
saken en naukeurig gelet hebbende op alles wat
Consideratie meesditeerde doende regt uijt
name ende van wegens de Hoogmogende
waarop
over
Heeren
Contra
2
989
960
over gepleegde huijsbraak en
waarop gem: willem van de Caap ter
dieste Eijsch ad Forturam aen
vergaderinge binnen geroepen zijnde
te worden, daer na den Eersten voor den tijd
en aen hem afgevraagt geworden zijnde
off hij met die drie gev: dien dief te hooren.
van vijff, en den tweeden ged: voor drie Jaaren
stal geperpetreert hadde, daerop in 't eerst van Ja geantwoord heeft dog
inde ketting geklonken zijnde, dus hare
kort daer aan desselfs woord wederom in halende segt uijt nood
meesters te huijs te werden gesonden, mits
en om de slagen die zij hem gegeven ende pijn hem aengedaen sulx
gesegt te hebben betuijgende egter kort daar op dat de gem:
betalende de Costen en misen van Justitie
drie gevangens deszelfs meede Complisen, waaren, de welke
Ontseggende den raad den verderen Eijsch
dan weederom binnen staende, en alle vier de gev„s tegens
van den officier. —
den anderen geconfronteert geworden zijnde, komt gem: willen
al weederom omtrent zijn bevorens genarreerde merkelijk te
varieren, sig ook in verschijde stukken selfs tegen te
spreken, blijvende de drie gevangens bij de negative persisteeren
den Eijsc„r persisteerd bij Eijschen
Conclusie voor replicq, stemmen
de egter toe dat den gem: willen
van de Caap dese variatie in
zijne partikulire verhooringe
ook altijd gebruijkt hadden. —
ende drie ged: voor duplicq
bijde ontkentenis.
Pieter van Rio de Cagoa Lijf
den ged:te seggen aende aen haer
eijgen van den koster Jan
opgelegde misdaat gants on„
melgior frippe, salomon
schuldig te weesen en deselve
niet volbragt te hebben, voe„
van Couchien slaaf van den
gende daar bij dat haaren beshul„
Land„ bouwer anthoni Lombaer
diger den slaaf willem vande Caap
en david van poeliacatte Lijf
verschijde andere op dus danige on„
regtmatige wijse vandien dieff
eijgen van den oud heemraad
stal begaen, aengeklaagt dog nader
Jan Bastiaensen, thans 's
hand weederom ^ ontschuldigt hadde
heeren gev: en ged:te omme
dienende.
den Eijss=r doet Eijsch en Concludeert
als bij geschrifte produceerende
meergem: Eijsc=r,
vervolgens de stukken ter matterie
den E Agtb: Raad naar over weging van
saken en naukeurig gelet hebbende op alles wat
Consideratie meesditeerde doende regt uijt
name ende van wegens de Hoogmogende
waarop
over
Heeren
Contra
2
989
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 4146, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop en Mauritius aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam. Gedeeltelijk met inhoudsopgaven, 1740 - 1741 [1741]. Derde deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.