Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4114, pagina 66

51
de van daar gedaane vrugteloose besendinge p=o de
brigantijn fijenoord na Terra de Natal, van
welk een en ander wij vel gewenscht hadden
wat aggreabelder tijdinge te hebben mogen sori„
waardoor d' EComp: voor alle de gedaane
ongelden, tot het stabileeren van dat Comptoir
ensz: eenigsints hadden mogen gesoulageert
werden, want dat zoo voortgaande zulx
nimmermeer zal te verwogten weesen.
Vervolgens souden wij voor gecommuniceert
de droevige tragedie ten gem: Comptoire voor=
gevallen, wegens de gedaane massacre door
den Inlander met hunnen Cap=tn Machaija
aan den vaandrig Monna, twee sergeanten
twee Corporaals 25 gemeene Europeers,
drie van sComp: slaven en twee andere
swarten gepleegt, dewelke door 't opper=
hooft van de Capelle, waaren uijtgesonden
om 'sComp:s vee Post met de daar nog ses
wagt houdende zoldaten te adsisteeren en
bewaren; ingevalle bovengem: Cap=n machaja
dat men aan alle schippers op d' uijtkomende
scheepen, en ook aan den geene die het mogte
begeeren een afschrift van het schriftuur
van den Engels Capitain Pit, behelsende een
voorgeeven, dat hij op den 14. en 18. novemb
1727. op de Zuijder breedte tusschen de 35 en
36. graden zoude hebben ontdekt twee
Eijlanden, die sig gantsch wit en waarvan
het laatste zig boven dien, met twee
uijtsteekende hoogtens als hoofden
vertoonden, heeft afgegeeven; houden wij
als iets van groote aangeleegentheijd zijnde,
met zijn volk in 't voorbij Passeeren daar aan
eenige Molesti, soo als het opperhooft was
berigt geworden, dat geschieden zoude, mogten
komen te doen, 't geene zijh: egter volgens
het genoteerde niet in 't zin hebben gehad,
dierhalven het te meer te beklagen is, dat
zoo veel menschen door d' onvoorsigtigheijd
van hunne officieren zoodanig een ongeluk„
kig noodlot hebben moeten ondergaan. —