Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4114, pagina 59

44
schip Amsterdam naar 't vaderland te
mogen vertrecken, waarvoor de gewoone„
lijke penn: alhier in 's Comp=s Cassa sijn
voldaan. —
Hebbende wijders de Eer van hier besijden
aan uwe wel Edele groot Agtb=r te laten
toekomen, een origineel duplicaat met
de daartoe gehoorende bijlagen van ons
ootmoedig schrijvens dat onder snijdigen
datum aan de Illustre vergadering der
hoog Edele heeren seventhienen werd
afgesonden, waaraan wij ons tot ver=
mijding van Prolixitijt ten opsigte der
zaken dit gouvernement Concerneerende,
en speciaal meede wegens 't gerapporteerde
der overheeden en Chirurgijns zoo van het
voortwaartsgen: schip Blijdorp als van
eenige andere 's Comp:s scheepen nopende
de ontstane siekte en sterfte op die
Bodems in alle onderdanigheijd zullen
gedragen, gelijk ook aan de hierbijgevoegde twee
b'antwoorde zoldij memoritjes en 't Cog„
noscement der bestel Casjes die wij aan
zommige Persoonen hebben toegestaan,
om aan hunne Vrinden in Europa te mogen
overmaken; werdende bovens dien met deesen
Bodem aan Uwe wel Edele groot Agtb=r
toegesonden het tweede stel zoldij Papieren
voor derselver Camer, waarvan het eerste
stel met het schip Westerdijxhorn overgaat,
zijnde bij voorsz: tweede stel ook gevoegt,
de monsterrollen van Uwe wel Edele groot
Agtb: bovengen: alhier aangeweest zijnde
Camer scheepen, van dewelke wij hadden
gehoopt dat Purmerlust en Terhorst ins=
gelijx ter gewoonelijker tijd alhier souden
hebben mogen verschijnen: maar bij aankomst
van het op den 6. Septb: pass„o voor de Camer
Enkhuijsen uijtgeseijlde schip Noordwaddings
veen hebben wij tot ons bijsonder leetweesen
gedragen
moeten