Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4113, pagina 17

1077
hebbende nascheepen behouden
in het vaderland sullen
mogen wesen aangeland.
Eerbiedige betuijging van
Jan de La fontaine.
dat het Raadhuijs van vlissingen door
men hoopt dat denog gemanegeert groote Leckagie en daar uijt gevolgd gebrek
aan Victualie in Engeland heeft moeten
binnen Loopen en dat het schip 'S grave
„land doenmaals nog wierd te gemoed
gesien, ten opsigte van welken Laatsten
bodem wij bij het geeerd schrijvens van
haar wel Edele groot Agtb=r de heeren—
Bewinthebberen ter Camer tot middelburg
in Zeeland van dato den 27: der voormeld
maand octob=r hebben gevonden aangehaald
te zijn, dat sig aldaar een Loopend gerugt
hadde verspreijd, dat denselven in portsmouth
zoude zijn ingevallen, invoegen wij hoopen
en god bidden dat sulx nader geconfirmeert
werdende die kiel nevens het voorseijde—
Schip 't Raadhuijs van Vlissingen en
het tweede thee Schip Reijgersbroek
seedert meede het geluk sullen mogen
hebben gehad van haare gedestineerde
havenen te bestevenen, vindende ons
Jnmiddels verpligt om uwe Wel Edele hoog
Agtb=rs eerbiediglijk te moeten bedanken voor
de Communicatie die het haar behaagt heeft
ons dienaangaande te geven.
En gelijk uwe Wel Edele hoog Agtb:r —
dankbaarheijd van den gouverneur wijders de genereusiteijt en goedheijd gehad
hebben van den oppercoopman en secunde
Jan de Lafontaine met het —
gouvernement deeser plaatse te begunstigen,
en hem in Steede van den overledenen
Heer gouverneur Pieter gijsbert Noodt
weder daartoe te verkiesen ende te be„
vorderen soo neemt denselven de vrijheijd
uwe wel Edele hoog Agtb=r voor die uijtstee„
„kende weldaat bij deesen pligtschuldig
op de alder ootmoedigste en nederigste
wijse dank te seggen, met hartelijke en
de ernstigste betuijging dat zijn Edele
sig die gunst en het verder welbehagen
van uwe Wel Edele hoog Agtb=r meeren
meer sal tragten waardig te maken
soo met alle zijne kragten geduriglijk
inmiddels
12