Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4067, pagina 20

Jan=r In't Casteel de Goede Hoop, 1711. —
den burger Claas Maijboom, als den Eenigste alhier
zijnde, die een grut malen opgeregt heeft, ter vergaderingh
ontboden, en op zijn binnen staan affgevraagt, off hij de
gerequireerde gort konde aan de EComp: Leeveren, en wat
hij voor de mud moest hebben; zoo antwoorde den zelve,
dat Jndien 't hem aan geen garst quam te ontbreeken, dat
hij d' Eomp: dan wel konde helpen, mits dat hij ƒ 11:—: voor
de mud genoot waar op den zelven gevraagt zijnde hoe dat
nu zoo veel wilde hebben, daar hij bevorens maar ƒ9:-: voor
de mnd heeft gehad; zoo Repliceerden den zelven dat hij
te dier tijd maar ƒ 4:—: daar hij nu ƒ 5:-: voor de mud garst
meest betalen &„a waar op na dat den zelven buijten gestaan
was, gedelibereert zijnde, goed gevonden is, om hem ƒ 10:—:
voor de mid te bieden, en na dat weer binnen gestoan was;
't zelve geboden zijnde, verklaarde hij daar meede niet te konnen
bestaan; zoo dat Eijndelijk geaccordeert is dat den zelve
het benodigde zoude Leeveren tegens ƒ10: 10:- de mud. —
En vervolgens gesproken zijnde van de verEijschte Erweten
en bonen, zoo is na overlegen van zaaken, ten hoogsten nodigh
geagt, om de Erweten voor als nagh tot Rx=rs 17. en de bonen
tot 6: R=rs de mid te ontfangen /:zijnde zoodanige prijse,
als 'er „a tijd herwaarts voor gegeeven is:) niet tegenstaande de
resolutie van 17„e feb=rij des voorgangen Jaars genomen, dicte„
„rende onder anderen, dat men met deese tegenwoordige ougst
de