Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4018, pagina 57

reedenen vandien allegerende de
continueele vexatie der vrijluijden
op gemelte Eijlandt, doch aande eene —
kandt Considereerende dat wij alhier
Niemandt aande handt hebben om in die
qualiteijt derwaerts gesonden te Connen
werden, behalven dat bij sijn opkomst
vandaer 't werck vande zaaghmoolen-
waer toe den selven Eygentlijck bij u
Ed=le hoogh agtbaere Is aan genoomen.—
t eenemael tot te niet soude loopen,
hebben wij daer toe niet connen treeden
maar goet gedacht sijn versoeck u Ed=le—
hoogh agtb„re suijn Wetrechoerale un Ed„e hwergeh agtb
voor te draagen, waar op wij In aanstaan
u Ed=le Hoogh agtb„r goet vinden gaerne —
sullen verwachten tot onser nae richtinge
Om nu Weder tot de Caapse
gelegentheijt te keeren soo gelieven u Ede
hoogh agtb„r te weeten dat ons in 2 off 3-
Jaeren geen thuijn Zaaden uijt t vader¬
Landt sijn toe gesonden, onaengesien d'selv
op onse overgesonden Eijschen sijn gespecifie
Hat weringe vanden schaedelijcken
particulieren handel hebben wij met
gemancqueert bij aan Conste van
scheepen ons daar op neerstelijck 't
Informeeren, off bij de respective over
geweest, dat ons groote verlegentheijt
heeft gecauseert, vermits het zaadt dat
alhier aen gewonnen wert soo daenigh
verbastert dat uijtterlijck niet boven
2 Maelen in de aarde kan werden
geworpen, om goede vrughten voort
te brengen, sulcx wij u Ed„le Hoogh agtb„re
eerbiedigh versoecken 't geen daar van op
onsen nu overgaanden Eijsch staat gespecificeert
Onbesnoeit magh voldaan werden, en —
dat wij meede mogen becomen saat van
masten boecken en andere wild boomen,
om alhier voort te queeken, maer dient
gelet dat deselve Zaaden niet int scheeps
ruijm geset, maer binnen de Caijuijt op
gehangen en Tomwijlen verlucht venden
geweest
heeden
48