Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4006, pagina 72

waren, maer daer en boven bij deselve haer Ed„le
letteren aen ons wel bijsonderlijck recommendeerden
dat zulcx bij opportuniteijt souden hebben te servat„
ten, derhalven wij dan ingevolge vandien naer rijpe
deliberatie in onsen raade goet gevonden ende be„
sloten hebben al weder eene uijtsettinge in dit
tegenwoordigh bequame moussen derwaerts te doen,
en UL met u scheepie daer toe aen te leggen,
ende op dat onse jntentie ten regten wel begrijpen
meught, sullen tot UE naerightinge, de volgende
openinge daer van doen.
Vooreerst sullen UL voor den tayt van 3/n voor 31
coppen, gevictualieert en wijders van alle 't nodige
voor de reyse versien geworden zijnde, sig met
dit N. W. mousson int begin vande aenstaende
maent Julij onderseijl begeven, stellende uwen
coers langhs dese Oostcust heen, sonder aen te doen
de hout-struijs, vlees-vis, en Mosselbhaeij tot
Jlsia contento toe, en van daer dan vorders soo
Sijnde genoegsaem seecker, dat UE langs dese
cust niet alleen hottentoose, maer oock andere
natien sult comen te rescontreren, van natuur
gauwer en subtylder, en zulcx oock gevaerlycker
omtrent deselve eenig ondersoeck te doen, so willen
UL voor al en bijsonderlijk gerecommandeert laten,
bij t' opdoen vande selve, wel circumspect te werk
te werck te gaen, en voor al wel op hoede te
digst langhs de wal als seemanschap sal toe„
laten, doende in passant aen alle bhaeien
revieren en inbogsten, die hun op dese, streeck,
tot ongeveer Mosambicque toe verthonen en be„
quaem om jntelopen sullen wesen, wel lettende
op der selver gelegentheyt, diepte, bequame rhede
tot berginge van schepen, en off t' vaste land oock
bewoont, mitsgaeders vee-rijck en eenige ver„
verssinge off soet water, als mede brandthout
niet diep landwaert in te becomen is, daer men
sig bij gelegentheijt van soude cunnen dienen,
dight
wesen