Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
38
d' onsebbelijk: msolente en Tijrannike regeringe van
haren schipper, Isbrand Marrelse Taeyenhals, de
welcke de geheele scheeps= en volcks regeringe,
als een souverain, sonder ijmant te kennen, aen
sigh heeft gematight, ende met onhebbelijk maniere
van procederen (so sustineren) velen van tijt tot
tyt overlast aangedaen, t' geemene volck in ver„
scheydene gelegentheden het rantsoen niet laten
erlangen, twelck haer vande Heeren majores,
volgens den rantsoen: brieff is toegeleght, gelyck
mede, soo wanneer d'opperchirurgijn aen voors:
schipper Saeyenhals, soo nu alsdan jetwes voor de
siecken quam versoecken, veeltijts qualijck en
spottelijk is bejegent geworden sonder de behoorlijk
noodruft voor de siecken te cunnen becomen,
alsmede met afgrijpelijck ploecken en sweren,
dese en geene injurieus uijt te schelden, dat
geseght wert syjne dagelijk gewoonte zin, tot
bewijs van welck haerlijk voorgeven; si dolean„
ten hebben ingebracht diverse attestatien, ge„
houden memorien requesten als anders,
Waar op de voorsz: schipper Taeyenhals voor
om hebben laten verschijnen, ende hem so eerst
particulier, als daer naer in presentie van par„
thien, de voorz: clagsten en doleantien voorge„
houden, die sigh met dese en teene frivoole
antwoorden traghter te excuseren, ende sig van
zulcx te ontschulden, ende oock wel tot dien eynde
eenige attestatien inbraght, maer so veel wij
niet anders conden begrijpen, en ons oordeel streck„
te heeft hij schipper baeijenhals sigh in velen
directelijk tegens d'ordre van onse H„ren Mees„
ters, al vrij wat te buijten gegaen ende inson„
derheyt bij usurpatie, so van scheeps: als volcx
regeringe aen sigh te matigen, daer over desel„
ve, naer onse opinie, straffbaer is, maer d'oir„
saecke ofte redenen, die ons hebben wederhou„
den, omme tot censure te comen, is, dat de
aenclaghte niet boven een dagh twee off drie
voor hun lieden vertreck eerst sijn ingebracht,
zulcx de tyt ons, ofte voornamentlijck den fis„
caal, niet toegelaten heeft, omme sigh naer
waar
behooren
d' onsebbelijk: msolente en Tijrannike regeringe van
haren schipper, Isbrand Marrelse Taeyenhals, de
welcke de geheele scheeps= en volcks regeringe,
als een souverain, sonder ijmant te kennen, aen
sigh heeft gematight, ende met onhebbelijk maniere
van procederen (so sustineren) velen van tijt tot
tyt overlast aangedaen, t' geemene volck in ver„
scheydene gelegentheden het rantsoen niet laten
erlangen, twelck haer vande Heeren majores,
volgens den rantsoen: brieff is toegeleght, gelyck
mede, soo wanneer d'opperchirurgijn aen voors:
schipper Saeyenhals, soo nu alsdan jetwes voor de
siecken quam versoecken, veeltijts qualijck en
spottelijk is bejegent geworden sonder de behoorlijk
noodruft voor de siecken te cunnen becomen,
alsmede met afgrijpelijck ploecken en sweren,
dese en geene injurieus uijt te schelden, dat
geseght wert syjne dagelijk gewoonte zin, tot
bewijs van welck haerlijk voorgeven; si dolean„
ten hebben ingebracht diverse attestatien, ge„
houden memorien requesten als anders,
Waar op de voorsz: schipper Taeyenhals voor
om hebben laten verschijnen, ende hem so eerst
particulier, als daer naer in presentie van par„
thien, de voorz: clagsten en doleantien voorge„
houden, die sigh met dese en teene frivoole
antwoorden traghter te excuseren, ende sig van
zulcx te ontschulden, ende oock wel tot dien eynde
eenige attestatien inbraght, maer so veel wij
niet anders conden begrijpen, en ons oordeel streck„
te heeft hij schipper baeijenhals sigh in velen
directelijk tegens d'ordre van onse H„ren Mees„
ters, al vrij wat te buijten gegaen ende inson„
derheyt bij usurpatie, so van scheeps: als volcx
regeringe aen sigh te matigen, daer over desel„
ve, naer onse opinie, straffbaer is, maer d'oir„
saecke ofte redenen, die ons hebben wederhou„
den, omme tot censure te comen, is, dat de
aenclaghte niet boven een dagh twee off drie
voor hun lieden vertreck eerst sijn ingebracht,
zulcx de tyt ons, ofte voornamentlijck den fis„
caal, niet toegelaten heeft, omme sigh naer
waar
behooren
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 4006, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop en Mauritius aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam. Gedeeltelijk met inhoudsopgaven, 1670 - 1671 [1671]
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.