Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4006, pagina 44

der selver rapport, ons bij geschrifte overgelevert ende in Copie
onder N. o 15. hier nevensgaande, naeder sult gelieven te beooge
zulckx, mitsdien (soo sijlieden verclaarden (ene voorgaeven) —
vorder geen apparentie saegen, niet geraeden vonden, derweis
ons zedert
eenig ondersoeck meer te doen, dierhalven eenigen tijt „ ons. t
herwaers
hebben
genootsaeckt „ bevonden, dat werck, als buijten onse kennisse
Zijnde; tot UEd=e naerder ordre, ofte de comste van een Commissan
te laten berusten. —
Twijffelen niet off uEd=le zullen met het arrivement van E.
H vanden brouck commissaris deser residentie ende admirael
der Betourvloot, onder anderen wel verstaen hebben, hoe dat
bij zijn E. en den zaat ten dienste van d' E. Comp=e was.
geresolveert ende beslooten, omme alhier tot bijsondere. —
Accommoditeijt vande passerende scheepen, te doen opbouwen een
klipsteene goet ofte Waterloop, aenvanck nemende uijt de
tangh. ende streckende soo verre in zee, dat een boot aldaar.
bequaemelijk voorleggen can, welck gebouw voor sekre somma
van penningen aen een Wouter Mostaert borger Raad alhier
aenbesteet is, op sulcke conditien, als bij de voorwaerden —
desweegen gemaeckt, naerder g'extendeert wert, zulcx
deselve als nu ten effecte gebracht zijnde, niet hebben cunnen
naelaten, Volgens schuldige plicht UEd=le van 'tselve behoorlijk
advijs te geven, soude, achtervolgens de conditien, inde voors
voorwaerden gestipuleert, wel eerder ofte uitterlijk inden tij
vanses maenden opgebouw 't moeten zijn geweest, maar is
't retardement van dien verooirsaeckt, ter occasie 't fundament
van 't selve gebouw niet well was versorgt, ende daar nae.
Wel ruijm tot d' helft voltrocken zijnde, door d' aanperssinghe.
vande Zee ind' N W. passaet, tenemael comen te vervallen,
kunnen onses gevoelens voor alsnog niet anders oirdeelen
ofte bevinden, als dat 'tselve werck, als gesegt, tot een besondere —
accommoditeijt en spoedige. Expident in't Waterhaelen
vande passerende schepen, zall cunnen dienw, doch niet zonder
becommeringe, off dat werck sufficant zall wesen, omme —
sodanigen kracht van zee; als in d' N. W. passaet daar op.
aenparst, te cunnen wederstaan.
Gelijck oock, ahtervolgens ordre van opgemelde H=r vanden —
brouck ende den Raat, hebben ter hand genomen 't opbouwen —
van een predikants Woonhuijs ende dat ter plaatse ons daar toe. —
aengeweesen, mitsgaders in alsulcken forme, als zijn E. bij —
model door den landmeeter hadde doen affteijckenen, eenelijck
dat in zijn breete, soo uijt consideratie vande preportie der wercks,
(als insonderheijt ten opsigte vande mesnagie) ende dat principaelijk
aan't voorhuijs, wat vermindert hebben, den arbeijt van't
met zet end timmerwerck hadden, volgens ordre, aenbesteet
te weten, het metselwerck aen een vrij metselaer, voor
driehondert guldens caapse valuatie ende 't timmerwerck,
aan 'twee Comp=s dienaren, voor 2/2 dag loon 't welck, soo met
haere gagien als kostgeldt ende anders comt te morteren—
d' somma van ƒ 175 2/ — wellke Timmeringe als nu
mede ten effecte gebracht is. —
Sulcx ons oock genootsaeckt hebben gevonden, int Wellnemen,
van U Ed=le twee packhuijsen met een affdack tegens het
wel.
rijst
6
26