Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 3942, pagina 84

137
eene werk, van het anders gaan moet, zoo dat
daar aan Geen einde te vinden en dit de ware reeden
is, waarom hun Ed„e nog veele gebouwen meen ver„
„vallen staat gevonden en zig over dat verval uitgelaten
hebben op een wijs, die mij met schaamte verr„
„dekken moest bij aldien ik mij niet regvaardigen
kon met het raport wegens de bij mijne op tra„
„ding in dit bestier gedane op neem der gebouwen
en fortificatie werken en met de aantooning van
alle de zeedert Gedane reparatien en Timmera„
„gien, van mijn hals leevens afscheuvende de im„
„putatie dat bij de Constructie van het nieuwe
kruit Maguazijn, met in Agt genoomen zijn
zodanige voor sorgen, welke in dat op haling
van een dus danig Gebouw in het oog gehouden
moeten worden alzoo het zelve in een tijd dat
er periculum in mora was en anders niet ges„
„tigt geworden is,
zullende de door hun Ed„s aangeweezen ver„
binnen het Hospetaal
beeteringen, als wel zeer noodzakelijk zijnde, eerst
daags onderhand genoomen worden;
111. zijnde het vervallen Touw Pakhus reeds wee„
„der soo goed als in volkomen ordre gebragt.
§12. En het geschut op de wallen verplaatst navolgens
het dienwegens ontvangen plan„
accordeerd:
§ 13. Terwijl de petitien van het benodigde scherp en
Lood zijn ingerigt, Conform de daar van bekomen Lijst
§14: Hier meede al het verhandelde met de Heeren
vaillant, verhuelt, en Grovestein, die den 21„e
Junij na Maccassar vertrokken sijn, soo succent
mogelijk onder het oog van uwe Hoog Edelheeden
hebbende gebragt, wenschte ik wijders Hoogst
deselve te kennen aan bieden de van gemelde Heeren com„
missarissen bekomen Plans tot verbeetering der
werken soo aan dit Casteel, als aan de Post
Cajumera, dan dewijl mij zulx om de gegeeven
reeden in nevens Gaande berigt van den Cap„n Inge„
„nieier van Lutzoi, niet doenelijk is zal ik
nop„s al het vorenstaande blijven in wagten de
ordres die uwe Hoog Edelh: daar omtrent zullen
gelieven te stellen mij intusschen noemde met
de diepste Eerbied
/:onderstond:/ Hoog Edele Gestrenge Groot Agtbaren wijd gebie„
„dende Heer en WelEdele Gestrenge Heeren /:lager:/
van uwe Hoog Edelheeden de zeer oodmoedige
en zeer gehoorzame Dienaar. /was geteekend:/
A: Cornabe, /ter zeide stond:/ Ternaten in't
Casteel orange den 15 September 1791.
319
Messomali
Fo