Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 3807, pagina 29

20
§12:
het Chialoupje de Jonge
Ian is van veel dienst
bevinding van d' Pantjalling
de oppas
817:
berigt nopens de tekortko„
§16:
dankzegging voor de toege„
de skoop schouwe zijn ontfan
uwe Hoog Edelens ons hebben gelieven te Communiceiren, ontfan„
„gen, die egter, met de nadere van den Cerammers bekomen tijding, zo„
„danig, of in zo verde; verschillen, dat dezelve omtrent Salawattij ge„
„strand, de Europeesen van ziektens gestorven en de Javanen aldaar
nog in weezen zouden zijn. Wij hebben zulks de Ambon„
„sche Ministers niet alleen bedeeld, maar ook, bedagt geweest zijn„
„de op de nader informatien dien aangaande, een Moorsch Burger
afgezonden maar de Papoesche kusten, dog die alhier Geretourneert
is, zonder iets daar van te vernemen, en dus zeker die plaats te verr
gemist moet hebben, weshalven wij die informatien zullen ver„
„vatten.
Voor het gunstig passeeren van den Inkoop van het Chialoupje de
Ionge Ian, voor Rijks d=s 2450:—, het welk van veel dienst is
en een geduudig nuttig emploi vind naar de buiten belanden, betuij„
„gen wij onzen nederigen dank, zo wel als voor het ontzet mitt„s gpa den
p=mo Februarij deezes Iaars g'arriveerde beknaame Pantjal„
1: 13: „ling de oppas, en de ons tevens toegedagte zeil- en Roeij-boot;
Het eerst gemede Vaartuijg dat op Samacang, volgens der Mi„
„nisters brief van den 7. Ianuarij h: a: van een giek, eenige
klampen, en Bramchaa en een kluiverboom, voor de aange„
„rekende ƒ 29: 5: —: is voorzien geworden is bij visitatie alhier
nieuw, hegt, sterk en zonder naamwaardige uijterlijke gebree„
„ken bevonden, naar het aangetekende ter Resolutie van den 18:
oe aoijbot n de t Aprilastleden, dan het laatste is volgens het bedelde door
„ Iavasche Ministers, eerst bij ox omtrent het Rex van Se„
„darij vermist, en op gezogt zijnde, sedert, of in het begin van
Ianuarij op Sourabaija, om Drinkwater intenemen, aan„
„geweest, en daar van nader niets hier vernomen.
§ 15 Iaar en tegen zijn de twee sloop schouwen, die in anno 1786
op Java zijn agtergebleven, Iongst van daar ontfangen, behal„
„ven eenige Planken entz: en het ijzerwerk, dat in de gemelde Boot
afgescheept en weder agtergebleeven is, en dus moet daar uit eerst Een
Schouw en order worden gebragt.
Wij bedanken uwe Hoog Edelens ook oodmoedig voor de ons toege„
„dagte Chaloup Manado dagte Ternaatsche Chaloup Manado, en het aangeschreevene dien
aangaande aan de Ministers, ter herwaarts zending van dat kieltje, bij
aldien hun E: het zelve nit mogten nodig hebben.
Ten opzigte der ons gecommuniceerde aanzienlijke te kartkoming op de
„ming op de specorijladingen, in den gepasseerden Iare ter Hloofoplaatse aangebragte Specerij La„
„dingen en de geringe Constitutie der Noten, moeten wij netrigst be„
„tuigen, dat het oms miet mat ader, dan uwe Hoog Edelens om aan„
„genaam is, zulks te moeten vernemen, en wij dien aangaande geen an„
„der narigt weeten te geven, als dat voor de presente weinige specerijen
hier bij zondere in de nauwste zorge in agt genomen word, en den
Eersten Tekenaar ten dien einde de Pecken bezoekt; van de Noten in de
Roote Combuijsen in spectie niemd en geduurende deszelfs Twee Jarig
Bastier telkens. te P=lo Mij, te zamen met den tweeden Tekinaas, als
gewezen Hoofd aldaar, dit werk Verrigt heeft, en eerst gemelde te
de
Neiko
„gen