Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 3402, pagina 37

De afgelegde kruitmolen alhier, is een stampmolen wij zui
dezelve met het geen er bij gehoord, in het voorjaar na Ja„
patnam versenden en de bediendens aldaar aanschrijven
Edelens ordres en goedvinden dien aangaande aftewagte
vaarde drie maanderwoordens
„ en geteekent
/:ws gtekend:/„ als vooren /:in margine Cochim den 25 October 1774.58
Haar Edele Hoog Agtb: hebben willen laten toekomen, zullende onse
gewoone pattriasche papieren volgens de bij haar Hoog Edel„
/:lager stond:/ Is wy voegen hier nevens een Eysch- van ses
flesjes Canneel olij. welkers voldoening wij vriendeliyk versoeken.
„hedens gemaakte schikkingen, maar eerst inde maand
Aan als Voren.
Januarij aan Uwel Edele toegezonden werden om met
de naschepen transport te erlangen.
Waarmede ons d'eeren geven na gedienstige groete te blyven
/:onderstond:/ Wel Edele Erntfeste) Manhafte Wijze voorzienige
zeer Genereuse Heer en Vrienden Uewel Edele Dienstwillige
vriend en Dienaaren /:was getekend:/ A: Moens, W Vander
Graaf, I:n Ha Medeles, R. van Harn; S. C„: Saffin. I: s van Ppal„
A: R Schuts, & C: G: Seijffer. /:in margine:/ Cochim den 14:' Octob.
1774. /:Lager stond:/ P. s. deeze verseld een soldij notitie waarbij ver„
sogt werd om de reek: van den Matroos Arij van Halderen van harp
midsgaders een apart gesloten Missive aan sijn wel Edele in den
hoofde deezes gemeld gerigt.
Aan als Vooren.
wyj laten deezen dienen ten geleijde van ons smalschip De
Verwagting dat thans dewaards vertrekt met
18 1/3 lasten Nelij en wes meer voor Uwel Ed: gouvernement war
van het Cognossement en factuur apart overkomt
Wy hebben de gezaghebber van deezen bodem gelast op zyn heen
reyse Tutucorijn aan te ggieren, of het zake ware dat het opper„
hoofd aldaar geen gelegentheid gehad mogt hebben onse pacquit„
ten voor het patria bij nevens leggend duplicaat brief venh:
aan Uw el Edele toe tezenden, als dan dezelve mede over te voe¬
ven
wij geven ons overigens d'eere na
gedienstige Groete te blyven /:onderstond:)
Met het behouden arrivement van het schip 't Veldhoen
op den 22:' November en terug komste van ons smalschip
de verwagting op den 8. deezer hebben wij d' eer gehad wel te
ontvangen Uwel Edele Geagte brieven in datis 3:' en 18:' 9b=r
J=oleeden met alle de bylaagen daar bij vermeld onder andere ook de
soldij reekening van den Matroos Arij van Helderen, voor
welkers besorging wij uwel Edele beleefdelijk bedanken, als
mede voor de voortzending na Europa, van onse pacquetten
insgelyks blijven wij Uwel Edele verpligt voor het voldoen
van de gerequireerde ses flesjes Carneel olij en wel bij„
zonderlyk voor het ons toegezonden secours van 140 kop„
pen die alle hier in een goede staat zijn aangekomen en
waar aan reeds verstrekt is zodanige gagie en subsidie als
bij de inleggende notitie specifique bekent staat waar
voor wij versoeken, dat een ieder voor zijn genot bij de
soldij boeken aldaar mag werden belast.
Wat aanbelangt de gerequireerde Lading rijst kunnen wij
Uuwel Edele- als nog geen versekering geven of wij in staat zullen
zijn die te besorgen wij hebben nog geen informatie kunnen
bekomen, hoe het met de Noordsche Rijst en de prijsen
daarvan gesteld is, per naaste zullen wij uwel Edele derwegens
nader onderhouden; Egter zullen wij zorgen dat ev een scheeps
lading nelij ter dispositie van Uwwel Edele hier is.
Hoe gaarne wij ook aan Uwel Ed: versoek, om Ropias
in ruiling voor ducatons of hollandse ducaten wilden voldoen
e„
—. 4. 3.
3. 13. 16.
1. 1. 2.
2. 2.
mo

se
rigt, en
den van
aders vol„
laaringen
ul
aa
overvarende zoldaat Jan Hendriksz die vande Engelsche ot ons
overgekomen zijnde in 's Comp=s dienst aangenomen is, wij
versoeken dat die persoon aldaar aan de wal geligt, en ons bij
gelegentheid in desselvs plaatse, een ander soldaat toe gezonde
werde.
Zoo
vage zijn
d
—
2. 4
„ Petarte Mam:
S:
en