Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
Van Bengalen, onder dato 16:' Maart A:o 1710
en tirannijk getravaljeerd; willende en
begeerende dat vanhaar 't geene nooijt
ingebruijk is geweest; beletten, en weder
„houden, ons 't gebruijk van 's coninx mund
houden ons van ennaar patna gaande
en komende vaartuijgen aan en beletten
't afbrengen van onse goederen, waar —
doar in het minste onsen handel niet konnen
voortsetten, en ons verblijf in deselanden
is van weijnig vrugt en nut; dog dat ons
inhope van Een spoedig redres doet leven
is uEd:e gunste 't onswaarts, 't gene versoeken
dat uEd:e gunste 't onswaarts, 't geene
versoeken dat uEd:e gunstiglijk gelieft
telaten volharden, en onsen hoekiel alle
mogelijke hulpe bewijsen, en vergunnen
uEd: dagelijcx te mogen spreeken, mits.
gaders 't geene uijt onsen name, uEd:e
komt voor te dragen, aan tehooren, en
sijn maij„t bekend te maken, ongeagt wij
Een Coninglijk firman, princelijk
nisoen, parivannas, van den doorlugtig
„sten heer (Serbellindkhan) ende heeren
duwaans, soowel van den presenten, als
de vertrockene inhanden sijn hebbende; —
die met groote moeijte en kosten, gelijk
uEd: ten vollen bewust is; sijn geobtineert
werden ons alle de voorverhaalde ge„
„welden en onregtmatigheden aangedaan
'tsal mij Een groote Eere sijn, uEd:e mij
desselfs welstand telkens bekend maakt,
god beware uEd:e ingesontheijt; en
vermeerdere.
78
en tirannijk getravaljeerd; willende en
begeerende dat vanhaar 't geene nooijt
ingebruijk is geweest; beletten, en weder
„houden, ons 't gebruijk van 's coninx mund
houden ons van ennaar patna gaande
en komende vaartuijgen aan en beletten
't afbrengen van onse goederen, waar —
doar in het minste onsen handel niet konnen
voortsetten, en ons verblijf in deselanden
is van weijnig vrugt en nut; dog dat ons
inhope van Een spoedig redres doet leven
is uEd:e gunste 't onswaarts, 't gene versoeken
dat uEd:e gunste 't onswaarts, 't geene
versoeken dat uEd:e gunstiglijk gelieft
telaten volharden, en onsen hoekiel alle
mogelijke hulpe bewijsen, en vergunnen
uEd: dagelijcx te mogen spreeken, mits.
gaders 't geene uijt onsen name, uEd:e
komt voor te dragen, aan tehooren, en
sijn maij„t bekend te maken, ongeagt wij
Een Coninglijk firman, princelijk
nisoen, parivannas, van den doorlugtig
„sten heer (Serbellindkhan) ende heeren
duwaans, soowel van den presenten, als
de vertrockene inhanden sijn hebbende; —
die met groote moeijte en kosten, gelijk
uEd: ten vollen bewust is; sijn geobtineert
werden ons alle de voorverhaalde ge„
„welden en onregtmatigheden aangedaan
'tsal mij Een groote Eere sijn, uEd:e mij
desselfs welstand telkens bekend maakt,
god beware uEd:e ingesontheijt; en
vermeerdere.
78
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1796, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1711. AAAAAA. Zestiende boek: Batavia's ingekomen brievenboek, deel III: Bengalen, Coromandel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.