Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
augusto Timor Int Casteel Concordia a=o 1694
naar Lijffouw te ondernemen, hebbende sulcx vermits 't aanwesen —
van soo veel vremdelingen niet Eerder derven onderstaan, maar —
best gedaght die reijs zoo langh uijt te stellen, om over derselver
gedoente Een oogh in't zeijl te houden
Den sergiant Rippol quam desen voormiddagh 't opperhooft rapporteeren
dat zeecker Coepanees christen genaemt Barent dese naght Een
slaevin van den overleeden chirurgijn francoijs beijer genaemt
flora gedepochieert En daar mede over 's Comp:s pagger naar —
buijten was geklommen, waar over gemelte Coepannees ondervraegt
werdende 't alles ontkende, lieten denselven in de Tronck sluijten om
de waerheijt nader 't ondersoecken latende oock den paghter Jan
van geervliet vermits hij sijn lijffeijgen welcke gesien soude —
hebben dat _=o Barent met gemelte slaevin over de pagger —
geclomme was verdonckerde, En alsoo op voorgeven van niet te —
weten waar hij was, ons ontsette, om Eenige seeckerheijt van 't begaene
feijt te becomen:) in d' waght in arrest nemen, tot tijt En weijle hij —
sijn lijffeijgen te voorschijn sal doen comen, om ons van 't geene hij —
gesien heeft te onder reghten
Laat inden avont quam den soldaat Nicolaas goust, benevens den
regent Tenedij van 't dorpje Douke die op 30=e der verleede maant
met de praauw van Nas naar Rottij waeren vertrocken, met
den thieneesen Tommegon Hanij En nogh twee sijner mede regenten
van 't Eijlantje Landeloo hier aen te landen, toonende sigh bereijt„
willigh om met haeren lant aart te verEenigen sullende wij op —
morgen van haar sien te verneemen d' oorsaeke waar uijt haeren
affval is ontstaan
Donderdagh 12=e aug=o iet Ian van geerevliet zijn lijffeijgen op gisteren —
gemelt te voorschijn comen, welcke continueerde niet 't seggen
dat Barent En gedaghte slaevin over 's Comp=s paggeringh
waeren geklommen, En Een weijnigh daar aen _=o slaevin mede—
opgevath, binnen gebraght, En onder vraagt werdende, seijde datse
van barent niet en wist maar alleenigh door Een andere wegh
naar buijten was gegaen, En alsoo der andere getuijgen ombracken
van dat gemelte Barent over de pagger geclommen soude—
wesen soo hebben denselven, als oock gemelte Jan van geer
vliet weder gelargeert
een op
12
naar Lijffouw te ondernemen, hebbende sulcx vermits 't aanwesen —
van soo veel vremdelingen niet Eerder derven onderstaan, maar —
best gedaght die reijs zoo langh uijt te stellen, om over derselver
gedoente Een oogh in't zeijl te houden
Den sergiant Rippol quam desen voormiddagh 't opperhooft rapporteeren
dat zeecker Coepanees christen genaemt Barent dese naght Een
slaevin van den overleeden chirurgijn francoijs beijer genaemt
flora gedepochieert En daar mede over 's Comp:s pagger naar —
buijten was geklommen, waar over gemelte Coepannees ondervraegt
werdende 't alles ontkende, lieten denselven in de Tronck sluijten om
de waerheijt nader 't ondersoecken latende oock den paghter Jan
van geervliet vermits hij sijn lijffeijgen welcke gesien soude —
hebben dat _=o Barent met gemelte slaevin over de pagger —
geclomme was verdonckerde, En alsoo op voorgeven van niet te —
weten waar hij was, ons ontsette, om Eenige seeckerheijt van 't begaene
feijt te becomen:) in d' waght in arrest nemen, tot tijt En weijle hij —
sijn lijffeijgen te voorschijn sal doen comen, om ons van 't geene hij —
gesien heeft te onder reghten
Laat inden avont quam den soldaat Nicolaas goust, benevens den
regent Tenedij van 't dorpje Douke die op 30=e der verleede maant
met de praauw van Nas naar Rottij waeren vertrocken, met
den thieneesen Tommegon Hanij En nogh twee sijner mede regenten
van 't Eijlantje Landeloo hier aen te landen, toonende sigh bereijt„
willigh om met haeren lant aart te verEenigen sullende wij op —
morgen van haar sien te verneemen d' oorsaeke waar uijt haeren
affval is ontstaan
Donderdagh 12=e aug=o iet Ian van geerevliet zijn lijffeijgen op gisteren —
gemelt te voorschijn comen, welcke continueerde niet 't seggen
dat Barent En gedaghte slaevin over 's Comp=s paggeringh
waeren geklommen, En Een weijnigh daar aen _=o slaevin mede—
opgevath, binnen gebraght, En onder vraagt werdende, seijde datse
van barent niet en wist maar alleenigh door Een andere wegh
naar buijten was gegaen, En alsoo der andere getuijgen ombracken
van dat gemelte Barent over de pagger geclommen soude—
wesen soo hebben denselven, als oock gemelte Jan van geer
vliet weder gelargeert
een op
12
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1566, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1696 KKKKK. Zesde boek: van Batavia betreffende Timor, Malakka
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.