Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1503, pagina 132

de oude afgaande, en pala-boeij
bomen sijn gelast om te vellen
en met aanplantinge van nieuwe
bomen voort te varen.
radja saalmon speelman tot
batavia ontboden om met hem
te spreeken tot afschaffinge
vande aan hem toegelegde
subsidien.
derselver ontijdig afwerpen, maar tis aan de andere sijn
ook waar dat 't selve soo wel over een groot, als gemeen
en kleen gewas van vrugten geschiet, als over een groot o
cleen getal bomen, met die vrugten beladen sijnde, soo da
wij op sulke berigten niet kunnende vast gaan, geresol
veert hebben, derwaarts te ordonneren de hier voren ge
melde 15970. oude en pala boeij bomen, die haare plaats
bij na om niet beslaan, gelijk de brief van Banda dato 24
september 1692. aan ons gesz:, dicteert te laten omwelle
en voorts met de aanplantinge van nieuwe boomen voort de
gaan, te meer d' E: Comp:e nooijt te veel foelije uijt dese
provintie kan toekomen, dog als het in toekomende soo
mogte uijtvallen, dan kan men daar uijt soo vele bome
doen om vellen als nodigh sal geagt werden, 't geen soo
ligt niet sal voorvallen, vermits de note bomen 20 â
25. Jaren moezen staan eerse haeren volkomen was do
en vrugten kan geven. maar aangaande het Extirpe
deser bomen tot Banda heeft het een geheel ander
uijtsight, als met de nagelbomen inde provintie am
„boina 't geen de gemaakte contracten wel eenigsints
schijnt te restringeren, en waar van hier voren inde
materie van amboina omstandiger is gesprooken.
wij hebben mede geresolveert na Banda te ordonneren
den radja saalmon speelman met het laatste schip
van daar herwaarts over telaten komen, om dan eens
met hem wegens de subsidien, den 23=e maij a=o 1668
hoeda
gerestr
hem