Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
54
rbussijn dan de noten 't sederz ao.
690. niet genog gerookt off
gekalkt, te meer omde drie
monmalige leverantie in 't Jaar —
soo is daarmede niet wel over een
tebrengen het seggen van dat de
bedorven sijn.
dat 'er altijt slegte en bequame, onder de solide en goede
moeten wesen, dit dan soo sijnde soo volgt van selfs dat men
om die uijt te schieten, na 'tkalken deselve wel moet
garbuleren, 'tgeen als eene noodsakelijk requisit moet
geobserveert werden, en na dit stipt of slappelijk wert
gedaan wert de versondene perthijen ook deugtsamer
of slegter bevonden.
Soo men nu poseert dat 't sedert of met 't Jaer 1690. het
rooken en kalken der nozen niet soo promp=z off ge„
noegsaam is geobserveert, als wel bevorens, en dat daar„
om dese vrugt van soo sobere Conditie moet geweest sijn,
als deselve bij ons is bevonden, temeer de perkeniers,
en eenige onser dienaren, bij haar berigten boven
2
gemelt, seggen datse eenigen tijt herwaarts, dogh
sonder stipulatie wanneer dat heeft begonnen, de
noten drie maal in 't Jaar heeft moeten leveren,
gelijk hier vooren nogmaal is geseght; dan kunnen
omrij noten in de gidon door vers water wij ditwerk alweder niet wel aan een knopen, vermits
alle de berighten van a. o 1692. een pariglijk mede bren„
gen, dat de noten a. o 1690. inde Fluijten de gidion, en
Cronenburg afgescheept hare verderving van tvers
water
„onbe
quart
eenig
ote
rbussijn dan de noten 't sederz ao.
690. niet genog gerookt off
gekalkt, te meer omde drie
monmalige leverantie in 't Jaar —
soo is daarmede niet wel over een
tebrengen het seggen van dat de
bedorven sijn.
dat 'er altijt slegte en bequame, onder de solide en goede
moeten wesen, dit dan soo sijnde soo volgt van selfs dat men
om die uijt te schieten, na 'tkalken deselve wel moet
garbuleren, 'tgeen als eene noodsakelijk requisit moet
geobserveert werden, en na dit stipt of slappelijk wert
gedaan wert de versondene perthijen ook deugtsamer
of slegter bevonden.
Soo men nu poseert dat 't sedert of met 't Jaer 1690. het
rooken en kalken der nozen niet soo promp=z off ge„
noegsaam is geobserveert, als wel bevorens, en dat daar„
om dese vrugt van soo sobere Conditie moet geweest sijn,
als deselve bij ons is bevonden, temeer de perkeniers,
en eenige onser dienaren, bij haar berigten boven
2
gemelt, seggen datse eenigen tijt herwaarts, dogh
sonder stipulatie wanneer dat heeft begonnen, de
noten drie maal in 't Jaar heeft moeten leveren,
gelijk hier vooren nogmaal is geseght; dan kunnen
omrij noten in de gidon door vers water wij ditwerk alweder niet wel aan een knopen, vermits
alle de berighten van a. o 1692. een pariglijk mede bren„
gen, dat de noten a. o 1690. inde Fluijten de gidion, en
Cronenburg afgescheept hare verderving van tvers
water
„onbe
quart
eenig
ote
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1503, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1693 GGGGG. Derde boek: Batavia, derde deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.