Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1503, pagina 67

Anboina.
het versoek der ambonse borgers
om over macassarna batavia, Iitem
om na de z: O. en Z: w. Eijlanden
te mogen varen, is voor als nog
afgeslagen.
dog hare vaart na Bangaij
onder seekere conditien toegestaen
om van daar voorts na amboina, Banda, Ternaten off
Bouton te varen, maar deselve ordonneren ten eersten
weder na huijs te keeren; alsoo die luijden, op die wijse eens
buijten onse kennis aan 't swerven gerakende, dikwils
meer als een Jaar uijtblijven en weijnig goets uijtregten.
op het gene dan de ambonse borgers bij requeste versogt
hebben, om over Macassar na Batavia te mogen varen,
Item om soo wel als voordesen die van Banda de zuijd ooster
en zuijd wester Eijlanden te mogen fraequenteeren, heeft
voor als nog niets konnen vallen: maar ten regarde van haerl
vaert na 't Eijland Bangaij, leggende op of voor Celebes
oostkust, welken aangaande wij bij missive van 30=e
Januarij 1690. na macassar, en van 4=e martij 1690. nae
Banda geordonneert hadden, dat de borgers uijt ambon off
Banda na Ternaten varende, het selve niet souden mogen
aanlopen, 'tgene doenmaels sijn reflexie gehad heeft op
het woelen der Bouginesen in die contreijen, dat als nu
voor het meeste gedeelte komt te cesseren; hebben wij goet
gevonden, dat men de vaert uijt ambon na Bangaij, nae
voorgaande raeds-besluijt, sal mogen toestaan alleenlijk
aan soodanige borgers en Ingesetenen, die bekent staan
voor deugtsameluijden, en die den inlander niet plagen,
mits dat sijl: redijfs van soodanige vaartuijgen selfs mede
varen
24