Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1503, pagina 37

wegens delading der eerste schepen
van in 't eijnde vande generale brief
gespecificeert en uijtgedruckt is.
gel: vande voorsz: handboog aan
'teijnde deses. —
welke scheepen voorde tweede
besending sijn aangelegt.—
en alleen voor reecq: vande kleene
kamers om hun agter stal wat
nader daarmede de kunnen liquideren.
en daar onder in plaets van voorm:
sall idz, 't schip St. Janslandz voor
de camer hoorn.
sijnde den 19 december laestleden
over de Caap hier behouden gearriv=t
met de welke dit nader schrijven
aan haar ho: Ed: agtb: staat af te
gaan.
wat Ladingh de eerste hebben wegh gevoert, en hoe groot
wor=t gerefereert aan 't geene daer het bedragen daar van is geweest, staat bij onse generale
missive daar mede afgegaan en 11=e december gedagtek=t,
omtrent het eijnde gespecificeert en uijtgedrukt. En
'zeen en 'zander van 't Ingescheepze inde handtboogh hier
agter; daar wij ons aan sullen gedragen.
Sedert de tijdt aan naderende om voor de laeste besending
weer eenige schepen aan te leggen, sijn geen andere daar
toe uijtgevonden kunnen werden, als deresterende drie noordt
vaerders, Berkel, Pampes, en Oosthuijsen, alle voor teecq
vande kleene Camers, delff, Rotterdam, en Enkhuijsen,
om hun agterstal daar mede wat nader te liquideren.
En dewijle geen staat konde werden gemaakt wanneer
gem: sallandt uijt sijne vertimmering soude geraken ten
eijnde voorsz: geen andere mede als het schip S=r Janslandt
voor de camer hoorn. den 19=en der voorlede maandt december
over de caap de goede hoop, alhier behouden gearriveert.
waar mede dese tot UEd: hoog agtb: sullen laten afgaan,
met soodanighe notificatie van 't gepasseerde sedert gem: onsen
Iongsten omtrent hare saken hier te lande, en vorder beright,
als 'er nogh op uEd: ho: agtb: generale brieven resteerde, en
uijtgestelt is gebleven.
daar van een begin makende met de provincie —
Amboina
e
tee
eene„
en
dre
an
—