Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
62
dagh regen te verwaghten hebben, gelijck men sulcx
worpen is op colombo, gebeurd het nu dat het
en vernis, waarmede deselve gestreeken werden, h
magh soo goed en hard weesen als het wil, op dese
plaats gescheurd, geschilferd, doorweijckt, en door
continueelen reegen g'opend werd, soo ontlan
sigh aanstonts van alle kanten, om dat door d'
openingh een passagie van het water geve
tot inde aarde, bovende welcke gem: canne
gestrecken, en geleght is, dese aarde scherfjes
zant &=a 'tgeen uE. daartoe gebruijcken, gem:
nae sigh suijgende, communiceerd deselve
verder en verder tot dat alle het zant door
en bij nae tot slick geworden zijnde noodwer
de balcken en plancken moet doen rotten en ver
zonder dat soodanigen scheur, off leck ligtelijk
zal te remedieeren weesen, want het niet
cement sigh met oude 'tgeen reets hard
steen geworden is, niet wil vereenigen en t
„selve
cleven, dewijle het week zijnde door de Z
incrunt, en dan soo grooten gat niet en
vuld, als het wel behoorde, schoon genomen
leck wiert nu gestopt, soo behoefen
sigh Eghter niet intebeelden dat boven gemelt
massaoijt vande zon wederomdroogen zal, maar
aan't broeijen geraeken, en daardoor niet alleen
verrotte balcken, maer bedompte packhuijs verorsoeken,
gansch contrarie is het inde andere landen daar
soodanigh daken applicabel zijn, want den
reegen aldaar raer zijnde, duijrd noch langer dan
een korte pause, in voegen het coment daar
van niet gequetst werdende op stonden aan doorde
selle zon wederom opdroogt, sonder dat het
water tijt heeft tot op die specie te penetreeren
off het cement weeck temaeken, daaromme
zoude het onses gevoelens best wesen, dat uE:
voortaan de platte daken caseerden, en d' packhuijss
met wolve daken, uijt spanwercken en telotte
tiggels bestaande lieten op maeken, dewelcke
om verscheijde redenen behooren geprefereerd te
werden, want deselve zijn in dese landen duijr„
saam, dewijle wij hier geremerqueert hebben,
daar het noch vrij felder regend, en waijt,
dan opcolombo, dater daken gevonden
werd die 40: â 50: Iaaren aen den anderen
Sigh.
sonder
dagh regen te verwaghten hebben, gelijck men sulcx
worpen is op colombo, gebeurd het nu dat het
en vernis, waarmede deselve gestreeken werden, h
magh soo goed en hard weesen als het wil, op dese
plaats gescheurd, geschilferd, doorweijckt, en door
continueelen reegen g'opend werd, soo ontlan
sigh aanstonts van alle kanten, om dat door d'
openingh een passagie van het water geve
tot inde aarde, bovende welcke gem: canne
gestrecken, en geleght is, dese aarde scherfjes
zant &=a 'tgeen uE. daartoe gebruijcken, gem:
nae sigh suijgende, communiceerd deselve
verder en verder tot dat alle het zant door
en bij nae tot slick geworden zijnde noodwer
de balcken en plancken moet doen rotten en ver
zonder dat soodanigen scheur, off leck ligtelijk
zal te remedieeren weesen, want het niet
cement sigh met oude 'tgeen reets hard
steen geworden is, niet wil vereenigen en t
„selve
cleven, dewijle het week zijnde door de Z
incrunt, en dan soo grooten gat niet en
vuld, als het wel behoorde, schoon genomen
leck wiert nu gestopt, soo behoefen
sigh Eghter niet intebeelden dat boven gemelt
massaoijt vande zon wederomdroogen zal, maar
aan't broeijen geraeken, en daardoor niet alleen
verrotte balcken, maer bedompte packhuijs verorsoeken,
gansch contrarie is het inde andere landen daar
soodanigh daken applicabel zijn, want den
reegen aldaar raer zijnde, duijrd noch langer dan
een korte pause, in voegen het coment daar
van niet gequetst werdende op stonden aan doorde
selle zon wederom opdroogt, sonder dat het
water tijt heeft tot op die specie te penetreeren
off het cement weeck temaeken, daaromme
zoude het onses gevoelens best wesen, dat uE:
voortaan de platte daken caseerden, en d' packhuijss
met wolve daken, uijt spanwercken en telotte
tiggels bestaande lieten op maeken, dewelcke
om verscheijde redenen behooren geprefereerd te
werden, want deselve zijn in dese landen duijr„
saam, dewijle wij hier geremerqueert hebben,
daar het noch vrij felder regend, en waijt,
dan opcolombo, dater daken gevonden
werd die 40: â 50: Iaaren aen den anderen
Sigh.
sonder
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1492, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1692 FFFFF. Vijfde boek: Ceylon, tweede deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.