Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
25
d' oude sleur onder wegen was gelaaten, even al eens
off men sigh grootelijcx vereerd en geluckigh soute
moeten achten, soo den ragia 'tselve ontfangen wil
waarin haare groots hartigheijt, en kleijn achting
omtrent d' E. comp: wederom is komen te blijcken, hen
is wel waar dat men het voor een teeken van groote
genegentheijt moet aansien, gem: koningh onse
lascorijns die uijt de gale corle waren wegeloge
weder terugh heeft doen senden, maar ons beduncken
moet het oock aangesien werden, voor finessen
bij de Zingaleesen gebruijckeli=jk, om te Experine
„teeren, off daar op niet meer dan een simgeele
danckbaarheijt zoude volgen, en off de holland
door soo groote genegentheden vanden coninck—
quansuijs verblijd zijnde, sigh niet wederom soude
openbaren, om haar op nieuw aan tesoecken
en zijl= soo haast zulcx remerqueeren, weder
den wegh van haare oude preutsheijt
inslaan, en met onse light gelovigheijt
railjeeren, en soodanigh als wij haar aansien in haar
woorden, moet men haar oock considereren inha
schrijvens, en bij gevolgen konnen wij ten op sight
vande olas, laatst tusschen de haffsgrooten
ende den gouverneur gewisselt niet anders seggen, dan dat
het antwoord van gem: gouv=r ten propooste gegeven
is, gelijck wij voormalen omtrent diergelijcke slagh
van brieven meermael geseght hebben;
Omnu teweeten off den ouden caneel tot den
Indischen handel goet, off niet is, konnen uE: niet
beeter dan nae bengale cormandel, en zouratta
een proefken tesenden, wanneer uE. bequaam zullen
wesen, met de gouverneurs, en directeurs com„
municeerende, te konnen oordeelen, wat voord' E:
comp: daaromtrent dienstigh, off onnut is,
't zij deselve te verbranden, ofte op de custen
van india te vercoopen; —
dat den cardamom bestaande in 144: kisten
het vaderlandt niet is aangereekent, is nogh
uE. schuld, noch die van mallabaar, want
dewijle dien cardamom sleghter bevonden
was, dan waar voor deselve cochim
van cananoor was ten laste gebraght,
soo had den commandeur, ende den raat
aan ons in die selve tijd, dat de scheepen vertrecken
moesten, van tutucorijn ordre versoght, off
ende
sij
d' oude sleur onder wegen was gelaaten, even al eens
off men sigh grootelijcx vereerd en geluckigh soute
moeten achten, soo den ragia 'tselve ontfangen wil
waarin haare groots hartigheijt, en kleijn achting
omtrent d' E. comp: wederom is komen te blijcken, hen
is wel waar dat men het voor een teeken van groote
genegentheijt moet aansien, gem: koningh onse
lascorijns die uijt de gale corle waren wegeloge
weder terugh heeft doen senden, maar ons beduncken
moet het oock aangesien werden, voor finessen
bij de Zingaleesen gebruijckeli=jk, om te Experine
„teeren, off daar op niet meer dan een simgeele
danckbaarheijt zoude volgen, en off de holland
door soo groote genegentheden vanden coninck—
quansuijs verblijd zijnde, sigh niet wederom soude
openbaren, om haar op nieuw aan tesoecken
en zijl= soo haast zulcx remerqueeren, weder
den wegh van haare oude preutsheijt
inslaan, en met onse light gelovigheijt
railjeeren, en soodanigh als wij haar aansien in haar
woorden, moet men haar oock considereren inha
schrijvens, en bij gevolgen konnen wij ten op sight
vande olas, laatst tusschen de haffsgrooten
ende den gouverneur gewisselt niet anders seggen, dan dat
het antwoord van gem: gouv=r ten propooste gegeven
is, gelijck wij voormalen omtrent diergelijcke slagh
van brieven meermael geseght hebben;
Omnu teweeten off den ouden caneel tot den
Indischen handel goet, off niet is, konnen uE: niet
beeter dan nae bengale cormandel, en zouratta
een proefken tesenden, wanneer uE. bequaam zullen
wesen, met de gouverneurs, en directeurs com„
municeerende, te konnen oordeelen, wat voord' E:
comp: daaromtrent dienstigh, off onnut is,
't zij deselve te verbranden, ofte op de custen
van india te vercoopen; —
dat den cardamom bestaande in 144: kisten
het vaderlandt niet is aangereekent, is nogh
uE. schuld, noch die van mallabaar, want
dewijle dien cardamom sleghter bevonden
was, dan waar voor deselve cochim
van cananoor was ten laste gebraght,
soo had den commandeur, ende den raat
aan ons in die selve tijd, dat de scheepen vertrecken
moesten, van tutucorijn ordre versoght, off
ende
sij
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1492, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1692 FFFFF. Vijfde boek: Ceylon, tweede deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.