Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1259, pagina 16

de heer van Goens
allettije van
Coutchyn op
Ceijlon te comen
paert bisserije
daer nae Persia vertrocken, hebbende al„
vooren 48: packen Guinees lijwaet, en
35: d=os Negros kleeden, die hy op Hormandel
voor dese plaats hadde jngenomen op Coetchijns
Rheede in z: zee overgegeven, om daer mede
herwaerts gebracht te worden, gelyck ge„
schiet is, en tebij deselve lywaten en kleeden,
hier wel ontfangen hebben, en alsoo gemelte
Jacht Z: zees overloop: volhuyden gestuwt
was, om nae ontlossingh van geseyde packen,
int ruijm gebercht te worden, soo ist daer
mede soodanigh volladen geweest, datter
geen Caneel in conde gebercht werden: oock
was hier op Colombo niet van die specerije
in voorraet, derhalven soo 'er wat plaets —
overich geweest waere, soude dat Jacht
daerom in passant gale hebben moeten aendoen:
Wat ons gemelte Heere Gouvern=r van Goens
met dese twee bodems heeft aengesch:
gelieven U Ed: uijt dese beijde nevens gaende
Copias te beoogen, volgens die van 29. ' maent
sien tbij sin E Ed: hier alle uijren te gemoet.
De paarl Visscherije ontrent Manaar heeft
aenvangh vande den 22=en der voorleden maent maert, soo
wij van particuliere bericht sijn aenbanck
genomen, sonder dat wij tot noch toe vande
Heer vander Laan, eenigh schrijven dienaen„
gaende hebben vnomen, Wij willen hoopen
datter tot soulaes vandes E: Comp=s groote
gastos een goede vangst sal gedaen worden
Van't landische Hoff hebben wi t zedert
onsen Jongsten geen noves, gelick den
dessave S=r van Goeris de Jonge die (:als in
2582: Colombo: 6 April 1666.
onsen