Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
eenige harer Nagelthuijnen en vinde niet geraden haer te
vorren alsoo twijffele off sij niet wel vaerdiger 't selve
en soude bij der handt neemen als een sulcx soude begeeren,
omme te meerder rijs, ende boonen te saijen Mitsgaders
fruijt thuijnen te maecken. —
Met de vertreckende Correcorre naer den Capp:n Laoudt
heeft den Coninck Hainsia een brieff naer den Coninck
van Maccasser gesonden, waer van de Copije des, —
Translaets hier beneffens gaet, ende alsoo ons tselve —
wat vreemt dacht, hij van houwelijcke met hem tracteerde
daer sijn broeder algereets met den selven jnden oorlogh
was, deeden hem affvragen wat daer miet voor hadde—
gaff ons tot antwoordt dat hij gelooffde den Maccasser
met hem de geck hielt, ende dat hij hem met gelijcke munte
meende te betalen, doch dat het principaels te was, omme
de affiantie tusschen hem ende den Tijdorees te Croocker
op dat sij met den anderen tot sijner schade niets voor en
namen,—
Den Spangiaert vermeenden ons op den 19=en der—
verleeden maent, de broeck te doen opbinden hebbende
wt sijn Guarnisoen bij den anderen geruckt, wel
150: blancke Copwen, waer meede haer ontrent 1½ Musquet
schoot vant Casteel Malleijen jnt bos bedeckt hielden
hebbende tot dien eijnde Ingenoomen een 'taege ende
bequame plaetse, sijnde van d' een sijde met een moras
bevrijt, smorgens breecken haer Mardijckers op een
van onse Mardijckers, die daer ontrent stondt en
vischte wt, ende slaen hem den Cop aff, 't welck
den Cappn deses Guarnisoens als doen Juist bij ge¬
valle met 12: Musquettiers op onse Caelte sijnde, omme
aldair p:r thije huijchte te doen verbranden) siende daer
naer toe Marcheert, doch oordelende wt de stouticheijt
der spaense Mardijckers meerder p:r thije daer ontrent
mos te sijn, liet: sulcx ons weeten, hij onder wijle Jegen
den spangiaert schudt gevaert raeckende, waer op wij
hem in 2: malen tamelijcke troepen toesonden, die bij
den anderen vergadert sijnde op den spangiaert sestich
Chargeerden, wanneer wij ordonneerde van gelijcken met
het Groff geschudt daer onder te speelen, waer over sij
siende
vorren alsoo twijffele off sij niet wel vaerdiger 't selve
en soude bij der handt neemen als een sulcx soude begeeren,
omme te meerder rijs, ende boonen te saijen Mitsgaders
fruijt thuijnen te maecken. —
Met de vertreckende Correcorre naer den Capp:n Laoudt
heeft den Coninck Hainsia een brieff naer den Coninck
van Maccasser gesonden, waer van de Copije des, —
Translaets hier beneffens gaet, ende alsoo ons tselve —
wat vreemt dacht, hij van houwelijcke met hem tracteerde
daer sijn broeder algereets met den selven jnden oorlogh
was, deeden hem affvragen wat daer miet voor hadde—
gaff ons tot antwoordt dat hij gelooffde den Maccasser
met hem de geck hielt, ende dat hij hem met gelijcke munte
meende te betalen, doch dat het principaels te was, omme
de affiantie tusschen hem ende den Tijdorees te Croocker
op dat sij met den anderen tot sijner schade niets voor en
namen,—
Den Spangiaert vermeenden ons op den 19=en der—
verleeden maent, de broeck te doen opbinden hebbende
wt sijn Guarnisoen bij den anderen geruckt, wel
150: blancke Copwen, waer meede haer ontrent 1½ Musquet
schoot vant Casteel Malleijen jnt bos bedeckt hielden
hebbende tot dien eijnde Ingenoomen een 'taege ende
bequame plaetse, sijnde van d' een sijde met een moras
bevrijt, smorgens breecken haer Mardijckers op een
van onse Mardijckers, die daer ontrent stondt en
vischte wt, ende slaen hem den Cop aff, 't welck
den Cappn deses Guarnisoens als doen Juist bij ge¬
valle met 12: Musquettiers op onse Caelte sijnde, omme
aldair p:r thije huijchte te doen verbranden) siende daer
naer toe Marcheert, doch oordelende wt de stouticheijt
der spaense Mardijckers meerder p:r thije daer ontrent
mos te sijn, liet: sulcx ons weeten, hij onder wijle Jegen
den spangiaert schudt gevaert raeckende, waer op wij
hem in 2: malen tamelijcke troepen toesonden, die bij
den anderen vergadert sijnde op den spangiaert sestich
Chargeerden, wanneer wij ordonneerde van gelijcken met
het Groff geschudt daer onder te speelen, waer over sij
siende
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1109, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1634 VV. Tweede boek
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.