De aanklager schrijft dat de Oost-Indische Compagnie eerder veel kosten en schade heeft geleden door bloedvergieten. Hij vindt het niet nodig dit uitgebreid te herhalen, maar zegt wel dat dit in de toekomst voorkomen moet worden. Hij stelt dat de Khoikhoi (Hottentotten) vrije mensen zijn en dat het niet redelijk is om hen het grazen van hun vee te verbieden. Dit zou volgens hem onwettig zijn, vooral buiten de grenzen van de kolonie. In hun eigen gebied waar graasrechten vrij zijn en niet beperkt.


Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 10908, Kamer Zeeland, INGEKOMEN STUKKEN VAN DE KANTOREN IN INDIE BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND, Stukken van de gouverneur en raden van Kaap de Goede Hoop, Kopie-civiele en -criminele rollen van de Raad van Justitie van Kaap de Goede Hoop, 1706. Met processtukken
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/