Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
279
Alsoo Claerlijcken gebleken Is dat Pieter Reijnersz
timmerman uijttgevaren met het Schip Nassouw
voor achtien gulden ter maent. sijne ampt noch
Devoir Doorluijheijt nijet behoorlijck heeft
willen doen. ofte na sij verclaert door een accident
(welck voor desen jnt patria) nijet en heeft connen
voldoen, hebbende meest alle den tijt van ontrent
acht maenden dat hier geweest is. met lanter¬
fanten onder pretext van zijn accident. soo Inde
coijen als andersints gepasseert. Soo ist dat
sulcx bijden Raet geconsidereert zijnde verclart
wort. voorsz. Pieter reijnersz. onwerdich alsulcken
gagie te verdienen. hebben hem derhalven gestlt
ende stellen hem mits desen op. twaelff guldens
ter maent. mits dat gehouden blijven sall te doen
ten dienste vande comp e. alle tgene ten uijtter¬
sten doen can, Oppene dat bij gebreke naerder
gelet. ende ten uijttersten na recht geprocedeert
sal worden. Aldus gedaen. Int comptoor faccattra
Den 27. April. 1616. Was onderteeckent
Jan Pietersz Coen, Jacob Breeckvelt,
Evert Deijn, Cornelis Cornelissz,
Jan Willemsz
Albert Jelissen, Pieter dircksz
ƒ
Hendrick Claessen/ Jan Gertsz—
Alsoo Cornelis Jacobsz hoochbootsmansmaet van
purmerent. ende Pieter Jacobsz bootsmr. van lamer¬
schagen haer niet droncken drincken, ende moet wille, niet
alleene soo verde hebben vergrepen, dat hun tegen
haere ouericheijt gestelt maer de selve als den
raet met diverse onbetamelijcke schelt worden
hebben gescholden, Gelijck mede als dat Pieter Jaco¬
bser voor een hoochboodtsman bijt hooft ende baert
geuat en oock geslagen heeft, ende dat Corne¬
lis Jacobsz boven diverse moet willicheijt bedrevend
hem tegen den oppercoopman, Schipper, ende Raet
met geweer gestelt heeft, nemende wt de sut
seeckere hassegaijen (na dat hem te voren een
poigniart, ende mes affgenomen was, in platse
dat na de boeijen soude gaen omme na het schijntje
meerder moet wille daer mede te bedrijven te
volgens depositie van seeckre getuijgen ende
verclaringe van beijde de delinquanten, het ine
Welcke saecken van seer quae Consequentie in„
Wesende.
Rol
als bly
Alsoo Claerlijcken gebleken Is dat Pieter Reijnersz
timmerman uijttgevaren met het Schip Nassouw
voor achtien gulden ter maent. sijne ampt noch
Devoir Doorluijheijt nijet behoorlijck heeft
willen doen. ofte na sij verclaert door een accident
(welck voor desen jnt patria) nijet en heeft connen
voldoen, hebbende meest alle den tijt van ontrent
acht maenden dat hier geweest is. met lanter¬
fanten onder pretext van zijn accident. soo Inde
coijen als andersints gepasseert. Soo ist dat
sulcx bijden Raet geconsidereert zijnde verclart
wort. voorsz. Pieter reijnersz. onwerdich alsulcken
gagie te verdienen. hebben hem derhalven gestlt
ende stellen hem mits desen op. twaelff guldens
ter maent. mits dat gehouden blijven sall te doen
ten dienste vande comp e. alle tgene ten uijtter¬
sten doen can, Oppene dat bij gebreke naerder
gelet. ende ten uijttersten na recht geprocedeert
sal worden. Aldus gedaen. Int comptoor faccattra
Den 27. April. 1616. Was onderteeckent
Jan Pietersz Coen, Jacob Breeckvelt,
Evert Deijn, Cornelis Cornelissz,
Jan Willemsz
Albert Jelissen, Pieter dircksz
ƒ
Hendrick Claessen/ Jan Gertsz—
Alsoo Cornelis Jacobsz hoochbootsmansmaet van
purmerent. ende Pieter Jacobsz bootsmr. van lamer¬
schagen haer niet droncken drincken, ende moet wille, niet
alleene soo verde hebben vergrepen, dat hun tegen
haere ouericheijt gestelt maer de selve als den
raet met diverse onbetamelijcke schelt worden
hebben gescholden, Gelijck mede als dat Pieter Jaco¬
bser voor een hoochboodtsman bijt hooft ende baert
geuat en oock geslagen heeft, ende dat Corne¬
lis Jacobsz boven diverse moet willicheijt bedrevend
hem tegen den oppercoopman, Schipper, ende Raet
met geweer gestelt heeft, nemende wt de sut
seeckere hassegaijen (na dat hem te voren een
poigniart, ende mes affgenomen was, in platse
dat na de boeijen soude gaen omme na het schijntje
meerder moet wille daer mede te bedrijven te
volgens depositie van seeckre getuijgen ende
verclaringe van beijde de delinquanten, het ine
Welcke saecken van seer quae Consequentie in„
Wesende.
Rol
als bly
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1063, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Kopie-resoluties van gouverneur-generaal en raden, Kopie-resoluties van gouverneur-generaal en raden in de serie overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1610-1637, 1616 juni 23 - aug. 4
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.