Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
Hoogh mogende Heeren.
Desen morgen, soo was aan U Ho: mijnen laatsten,
waarmede aan U Ho:Mo: geadviseert 'tgene naar
tijt en gelegenthz Seijschte; Desen middag soo zij
niet en benevens den heere de Wit UHo:Mo: gece.
de
en de heer Venlogebaren tot voorden drooge, alwaar
wij hebben gesproken de Schippers van Galjots,
alsmede de Sergeanten van militie, dewelke alle
wel geanimeert en volcomen vergenoeght, en wel
geresolveert hebben gevonden; eenige Schippers van
galjots verclaren, der heer Lt. admirt. JanEverts ge„
presenteert te hebben volk, amunitie van Oorloge,
maarseijde niet vandoen te hebben, eene vande selve
Schippers Steben Pieters genaamen, seijde aanboort
vanden Voorn Lt. Admt. Jan wertsz geweest te hebben,
en niet en hadde connen sien, dat het selve Schip was ont„
ramponeert ofte beschadigh, affirmerende wijdens
verstaan te hebben, dat niet meer als een doode, en
weijnich gequetsten aanboort wierden gevonden, en dat
de andere Schepen, die bij hem waren, weijnich schade
hadden geleden, omtrent den drooge comende, zien wij
op Zeijlen t schip de Vrede, daar Capn. op is Laurens
van Heemskerck, sijnde voorde Maze, ende aldaar
ontfangende U Ho:Mo: ordre, is daarop, soo hij zeijt,
binnengecomen, en 't Schip en volk is genoegsaam
indenselven Staat, als het is wtgevaren, in preesentie
vande heere de Wit, sijnde ondervraaght, heeft van
sijne ondvrichtinge, en de oorsake waaromme van
Vloot en van sijn Esquadre was gelopen, weijnige,
ofte in effecte gene redenen van eenige de minste
satisfacta weten te geven; ende wert u Ho:Mo:
in derselver wijs bedencken gegeven, indien U Ho:mo:
gene gewisse condschap hebben becomen, dat slandts
Vloot in Texel soude mogen wesen ingelopen, ofdan
alle de Schepen, die in postuijr zijn, omme den
Lande verderen dienst te doen, in aller spoedt
niet wederom sullen dienen totgesonden 't zij, omme
voor eerst te cruijssen, voorde Custen deser
landen en tijdingen sijnde ingecomen, waarslandts
vloot haar is onthoudende, daarbij te werden
gevoeght.
Naar 't Goeresche Sat is geseijlt Delslandt
en noch eerschip van Amsterdam.
D'heer de Wit is wederom vertrocken naar Hel„
voet Sluijs, wat sijn Ed: aldaar comt te vernemen,
Desen morgen, soo was aan U Ho: mijnen laatsten,
waarmede aan U Ho:Mo: geadviseert 'tgene naar
tijt en gelegenthz Seijschte; Desen middag soo zij
niet en benevens den heere de Wit UHo:Mo: gece.
de
en de heer Venlogebaren tot voorden drooge, alwaar
wij hebben gesproken de Schippers van Galjots,
alsmede de Sergeanten van militie, dewelke alle
wel geanimeert en volcomen vergenoeght, en wel
geresolveert hebben gevonden; eenige Schippers van
galjots verclaren, der heer Lt. admirt. JanEverts ge„
presenteert te hebben volk, amunitie van Oorloge,
maarseijde niet vandoen te hebben, eene vande selve
Schippers Steben Pieters genaamen, seijde aanboort
vanden Voorn Lt. Admt. Jan wertsz geweest te hebben,
en niet en hadde connen sien, dat het selve Schip was ont„
ramponeert ofte beschadigh, affirmerende wijdens
verstaan te hebben, dat niet meer als een doode, en
weijnich gequetsten aanboort wierden gevonden, en dat
de andere Schepen, die bij hem waren, weijnich schade
hadden geleden, omtrent den drooge comende, zien wij
op Zeijlen t schip de Vrede, daar Capn. op is Laurens
van Heemskerck, sijnde voorde Maze, ende aldaar
ontfangende U Ho:Mo: ordre, is daarop, soo hij zeijt,
binnengecomen, en 't Schip en volk is genoegsaam
indenselven Staat, als het is wtgevaren, in preesentie
vande heere de Wit, sijnde ondervraaght, heeft van
sijne ondvrichtinge, en de oorsake waaromme van
Vloot en van sijn Esquadre was gelopen, weijnige,
ofte in effecte gene redenen van eenige de minste
satisfacta weten te geven; ende wert u Ho:Mo:
in derselver wijs bedencken gegeven, indien U Ho:mo:
gene gewisse condschap hebben becomen, dat slandts
Vloot in Texel soude mogen wesen ingelopen, ofdan
alle de Schepen, die in postuijr zijn, omme den
Lande verderen dienst te doen, in aller spoedt
niet wederom sullen dienen totgesonden 't zij, omme
voor eerst te cruijssen, voorde Custen deser
landen en tijdingen sijnde ingecomen, waarslandts
vloot haar is onthoudende, daarbij te werden
gevoeght.
Naar 't Goeresche Sat is geseijlt Delslandt
en noch eerschip van Amsterdam.
D'heer de Wit is wederom vertrocken naar Hel„
voet Sluijs, wat sijn Ed: aldaar comt te vernemen,
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 9236, De bijlagen bij de resoluties van de Staten-Generaal / De ingekomen delen en dossiers, afzonderlijk verzameld in series / Verbalen, journalen, memories en rapporten betreffende het beleid van de Admiraliteiten en de krijgsverrichtingen van de Staatse vloot / Verbalen van commissies van de Staten-Generaal betreffende de Admiraliteiten / 'Stucken gedient hebbende in de tweede deputatie naar het Texel tot bevorderinge van de equipage ende 't employ van 's landts vloot'
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.