Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8970, pagina 8

missive aan den Heer Hoogschout. voor
Zijne haaden plaats heeft bedankt.
9 Reijnier van Teijlingen, welcge zig be„
vend in het belegerd Maestrigt, en
na zijn overgemst den eed. heeft ge„
preesteert.
6 Adriaan de Rooh, welcke aan den Pree„
sident bij missive heeft kennis gegeven
mede te bedanken voors zijn Raaden.
plaats, en
27 Stephanus Rozendaal wegens indispo„
sitie en hooge Jaaren buijten Staat te
compareren.
Het in eed nemen van den Magistraat al„
zo zijnde afgelopen hebben wij van den
Magistraat verzogt eene commissie,
om met dezelve te confereren over de
wijzen hoe best de vier Bogaarden op schut„
terijen in eed te neme: en wierden wij
als toen opstaande door den mend van
den Pensionaris namens der Magistraat
bij eene welgepasten harangeee in sub„
stancie toegewenscht het beste succes
op de verrigtingen onzer commissie; ter„
wijl ook de Magistraat de verzocte com„
missie dadelijk Loide benoemen: en
hier op ons uijt het voorsz vertreck begevenden
wierden wij op dezelve wijze geassisteert en
begeleijt gelijk wij van ons Logement ge„
komen en vervolgens ons na het Stad„
huijs begeven hadden onder de henneurs
der militaire Eeren=wagt en het ste„
ken der Trompet. consterende U Hoog
Moog: uijt de Lijst onder de Bijlage sub
Lit. E. wegens het getal en de na„
men der Leden van den magistraat,
welck als toen den voorsz eed al=en
niet hebben afgelegt.
dat wij van het volbrengen van dit en
wel het lerste gedeelte onzer commissie„
d'eer hebben gehad bij missive van
den 6e. dezer U Hoog Mooge: dadelijk
Cennis te geven, en tot welcke missive
wij d‛eer hebben ons te gedragen.
Dak wij vervolgens, op dat U Hoog Moog:
bevelen in alles exactelijk zouden werden
nagekomeis den Hoog en Laagschout
noch dienzelven dag geauthoriseert hebben,
om die van de voorsz Leden van den Magis„
traat den eed als noch niet hadden ef„
gelegt, wegens absentie als andersints