Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8163, pagina 27

de provincien van Gelderland, van holland en Wteet„
vriesland, en van Utregt, mitsgaders het Landschap
drente geduurende de loop van dit jaar sig in deesen
niet vrij wel hadden geëvertueert de andere province
weinig of niets hebbende betaald. daar bij is egter te
noteeren dat onder deese agterstallen niet en is begree„
pen 't geen de bontgenoeten nog verschuldigt zijn opde
negotiatien tot de fortificatien, daar van hier vooren
breeder is gemelt: U ho:Mo: sullen ligtelijk konnen
bevroeden dat hier door het comtoir generaal in groote
agterheid en verleegentheid werd gebragt, en dus evenwe
(desselfs maintien soo veel connectie heeft met het alg
meen credit en aansien van den Staat dat het verval
van het eene moet strekken tot vermindering van
het andere, soo als U ho:Mo: selve bij haare resolutie
vanden 13 Septemb: 1719 op een seer nadrukkelijke wg
hebben gelieven te expliceeren: deese agterheid is ook oo„
saak dat de obligatien van de generaliteit in waerde me
kelijk minder zijn als die van de provincien, alwaar
het comtoir generaal van de unie werd gehouden, en
indien daarinne niet word voorsien, sal geen reekening
konnen worden gemaakt om bij opkoomende noodtpo„
als andere middelen niet prompt en spoedig genoegde
den konnen worden geheeven, eenige penningen ten vo„
comtoire te vinden bij negotiatie tot onderstant vande
gemeene Saak: ongemelt laatende veel andere inconven
,ten die hier uit souden moeten resulteeren, gelijk
voorheen op dit subject is aangeweesen, sonder dat de„
selve souden konnen worden geremedieert, door het
ordinaris inkoomen van de Generaliteit wat vigou„
reuse economie ook soude moogen worden geobserveert,
ontrent de lasten daar op specialijk geaffecteert, om
reedenen deswegen in den jaare: 171g bij gelijke geleegent„
heid als de jeegenwoordige omstandig bijgebragt soo det
het is van de uiterste noodwendigheid dat door U ho:
Mo: veel vermoogende directie, die deselve seer ernstig
versogt worden te willem emploijeeren, de nodige midde„
len moogen worden te werk gestelt, waar door de defec„
tieuse provincien moogen worden gebragt tot beter be„
taaling van 't gunt in deesen zijn verschuldigt.
Ten seevendepen eijndelijk, dat dog voor al en eenmaal
mooge worden gearresteert een vaste voet en methode
waar door soude konnen worden weggenoomen de dis„
crepantie van sentimenten der respective provincie
over saaken de gemeene defensie en seekerheid betreffen
de, en deselve saaken ter bequaamer tijd en geleegentheid
tot conclusie gebragt, en voords de provincien gehouden
tot naarkogming en prestatie van het geen naar de
ordre van de regeeving soude mogen wesen geconclu„
deert, en vastgestelt: seekerlijk twee pointen van de
uiterste aangeleegentheid; dewijl het niet dan al te veel
bekend is dat in het beleid van de gemeene saaken van
1723.