Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8162, pagina 6

nabuurschap, maar ook de Staat selff, ten
opsigte van haare grensen aan die zijde,
wierd, ontrust, en genood saakt, tot eijge ver„
seekertheit, en tot hulpe van het huijs van
brandenburg, haar geallieerde en geloofsgenon
insgelijx een groot Corps trouppes bij een te
trekken, en sig, als bello sociali, in te laaten
't welk dan, met verscheide successen, tot den
Jaare 1616 duurde. En als wijnig tijds daar no
wederom nieuwe troubles ontstonden in het
Koningrijk van Bohemen, een Koningrijk
vande Nederlanden verre afgeleegen, namen
niet te min de Ertshertogen daar uit al we„
derom gelegentheit, om haare trouppes te doen
beweegen, en vijandelijkheit te plegen tegens
de toenmaals soo genaamde corresponderende
princen in't duitsche Rijk, geallieerdens
vanden Staat, die mitsdien, ook verpligt wier
deselve met haare forces bij te springen, waar
meede dan de Treves genoegsaam expireerde,
en den Oorlog herleefde, die, sedert, nog on„
trent seven en twintig Jaaren duurde, en,
eerst in den Jaare 1648, door de bekende Vreede
van Munster, wierd geeindigt.
Deese Vreede, de eerste, die de Staat, naa 't op„
neemen vande wapenen voor religie, en Vrij„
heit, heeft verkreegen, was van een korte
duur; want, behalven, dat deselve niet ge„
maakt zijnde met onderling genoegen der
hooge geallieerdens inden Oorlog, die deselve
hadden gepraecedeert, aan stonds wierd gevolgt
van veel onvriendelijkheeden, en belemmerin„
gen van den handel, en verstooring der Scheep„
vaart vande goede ingeseetenen vanden Staat,
beide inden Oceaan en de Mijddelandsche Zee;
tot soo verre, dat het selve, in't einde, gewaa„
pender hand geweert, en tegengegaan moest
worden, soo leed het naulijx drie jaaren, als de
toenmauls nieulijx geformeerde republicq van
Engeland, en vervolgens haaren opgeworpen
protector Cromwel, uit een pretens misnoegen
over het gedrag vanden Staat, in de even„
voorgaande verdeeltheeden van dat rijk, en
over desselfs ongeneegentheit, om, met abandon„
nement van oude vrienden en geallieerdens,