Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8078, pagina 11

bij hare missives vanden 28. Januarij 1664. 6. jonuarij
en 24. October 1665., waerbij vcm gulden
versocht hebben, gelijck oock nu laetst bij die
vanden 21. Novembris lestleden aen U. Ho:Mog:
gesonden.
Ende soo oock over het gebreck van Affuijten bij
devoiren alsvoren ende bij petitie van xlmm ponden vanden
x. januarij 1665., waerop wel consent gedraghen, maer
geene effecten gevolght sijn als alleen dat eenighe
weijnighe provisie ghedaen is in sommighe quartieren,
ende Steden, maer van weijnigh importantie, soo
dat den Raedt oock nochmaels de voors petitie
inhererende, serieuselijck versoecken moet, dat U.
Ho:Mog: de penningen bij hare Consenten belooft,
niet langher en gelieven te rugge te houden, gelijck
sulcx aen U. Ho:Mo: bij diversche missiven versocht
is, opdat deselve ontrent de versekeringhe ronde
frontieren sigh eenigher maten gerust moghen stellen
Den Raedt heeft uijt de Consideratien van verscheijde
provintien op den Staet van Oorlogh ingegeven,
geobserveert, dat deselve met verwonderinghe
opnemen, dat vele oude off onbekende luijden
waer van mogelijck al eenighe versturren sijn, met
hare Tractementen off lijffpensioenen noch opden
Staet van Oorloghe uijtgetrocken blijven:, de
provintien daerop die gestelt sijn, de voors posten
sonder betalen, komen te profiteren, ende voor soo veel
hare Bontgenoten verongelijcken, waeromme deselve
den Raedt ernstelijck versochten, sigh exactelijck
daerop te informeren, ende daer over aende respective
provintien serieusel) te schrijven, hetwelcke den raedt
verscheijdemael ghedaen, doch geen rescriptie veel min
onderrichtinghe becomen hebbende, heeft moeten
om de andere provintien contentement te doen, de
onbekende persoonen vanden Staet afflaten, met dien
verstande soo weder te voorschijn mochten komen,
dat deselve met een dubbelt Tractement op den
Staet van Oorlogh van het toecomende jaer 1672.
sullen brenghen, off soo eerder komen te overlijden,
naer beloop des tijts volghens de ordre vant handt,
gelijck mede de Bontgenoten versocht worden uijt
te drucken de namen van die geene, dewelcke sonder
expressie van deselve op hare repartitie staende
tractement trecken, off eenigh onder emolument komen
te genieten.
Ende aengesien dese Geunieerde provintien niet alleen
ten deele aende Zee gelegen sijn, maer alle uijt de
Zeevaert ende koopmanschap groote voordelen komen te
trecken, ende die missende door neringhloosheijt gheen
cleijne schade souden comen te gevoelen, sulcx dat aende
beveijlinghe vande Zee, den Staet ruijm soo veel als
aende conservatie vande frontieren te lande gelegen is,
waeromme den Raedt menende, dat den Staet behoort
te blijven in een aensienl postuijr van Zeemacht, de
Bontgenoten versoeckt, dat de penn: dienthalien gepetitio„
,neert ende wel geconsenteert, maer noch niet ten vollen
gefurneert, eenmael eijndel ten Comptoire vanden
Ontfanger Generael moghen gebracht worden, ende
daerenboven de ordinarise middelen gebeneficieert,
Ende werden dierhalven U. Ho:Mog: versocht aende eene
zijde te continueren de ordinarise Convoijen ende Licenten,
ofte bij publijcque verpachtinghe deselve int geheel
ofte ten deele te beneficieren als oock den opheff van het
last ende veijlgelt, mitsgaders de verhooginge van deselve
ofte in plaetse vondien de dubbelde lijsten ende Convoijen,
dewelcke bij den voorslagh ende advisen vande gesamentl
Collegien ter Admiraliteijt in December des jaers 1660.
sijn ter neder gestelt ende ingedient in U. Ho:Mog:
Vergaderinge, inde esguale practijcque van welcke lasten
de provintien malkonder hooren gelijck te doen, alsmede
inde liquidatie die hij moeten doen vande betalingen, dewelcke
sij inde saken vande Zee in dese laetste tijden gedaen hebben,
ingevolghe vande petitien vanden raedt, tot verval vande
lasten derselver uijtgeschreven, omme hare defecten voors