Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3834, pagina 383

Geef een samenvatting van deze transcriptie

Transcriptie

[1] ONtfangen een Missive van den Heere Grave van Heiden, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van Pruyssen, geschreeven te Berlyn den 3 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[2] ONtfangen een Missive van den Commissaris Ross, geschreven te Dantzig den 29 der voorleeden maand, geaddresseert aan den Griffier Fagel, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[3] ONtfangen een Missive van den lleere Grave van Rechteren, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Spagne, geschreeven te Aranjuez den 21 der voorleeden maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[4] ONtfangen een Missive van den Secretaris van den Heere Grave van Welderen, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van GrootFrittannien, geschreeven te Londen den 6 deeser loopende maand, geaddresseert aan den Griffier Fagel, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[5] ONtfangen een Missive van Basilliuw, Burgemeester en Scheepenen van het Hooge en Lage Zas van Gend, geschreeven aldaar den 7 deeser loopende maand, daar by aan haar Hoog Mogende kennisse geevende van het overlyden van den regeerend Burgemeester van die Stad, Johan van Monsjou, door de Heeren haar Hoog Mog. Gedeputeerden op den 1 daar te vooren zynde aangesteld geworden. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[8] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Pieter Rydenius, Koopman, woow fende te Amsterdam, negotieerende op de naamen van Pieter Rydenius en Zoon, in qualiteit als Directeur van eene Negotiatie op de geheele Plantage Belwaarder, en op een vierde gedeelte in de Plantagie Saltzhale; en nog als Directeur van eene Negotiatie op de Plantagien Welgemoet en Toevlugt, geleegen in de Colonie van Surinamen: versoekende om reedenen in de voorsz Requeste geallegueert, dat haar Hoog Mog. Gouverneur en Raaden van den Hove van civile Justitie in Surinamen gelieven aan te schryven, om aan den Suppliant, in soodanige Procedures als hy aldaar soude willen onderneemen of door sin Agendarissen in de gemelde Colonie doen onderneemen, ten einde te beletten, dat de verkooping der gemelde Plantagien Belwaarder en Welgemoed, anders dan met en onder den last van de respective Hypotheecquen, in de voorsz Requeste vermeld, geschiede, korte en prompte expeditie van Justitie te doen erlangen, en om, in gevalle den Suppliantof sijne Gemagtigdens in deselve Procedures mogten komen te succumbeeren en van de daar in te vallene decisie hunne Revisie aan haar Hoog Mog. mogten interjecteeren, alsdan geensints toe te laten, dat de voorsz verkooping inmiddels, hangende deselve Revisie, haare voortgang hebbe. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorsz Requeste gesonden sal worden aan Gouverneur en Raden van den Hove van civile Justitie in de Colonie Surinamen , en deselve daar neevens aangeschreven, om aan den Suppliant, in soodanige Procedures als hy aldaar soude willen onderneemen, of door sijne Agendarissen in de gemelde Colonie doen onderneemen, ten einde te beletten, dat de voorsz verkooping der gemelde Plantagien Belwaarder en Welgemoed, anders dan met en onder den last van de respective Hypotheecquen, in de voorsz Requeste vermeld, geschiede, korte en prompte expedictie van Justitie te doen erlangen, en om, in gevalle den Suppliant of sijne Gemagtigdens in deselve Procedures: mogten komen te succumbeeren, en van de daar in te vallene decisie hunne Revisie mogten interjecteeren, alsdan geensints toe te laren, dat de voorsz verkooping inmiddels, hangende deselve Revisie, haare voortgang hebbe.
[9] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Petrus Constantyn Nobel, als by Procuratie op den 20 September 1777 voor den Notaris Mr. Johannes Beukelaar en Getuigen te Amsterdam gepasseert, gequalificeert van Jacob Salomon Bnzeval des Borgnes in sijn privé, en nog als in Huwe lyk hebbende Helena Francina Crafford, en Joan Huysken, in qualiteit als by Acte van transport, ceflie en onwederroepelyke procuratie in dato 9 January 1778 voor den Notaris Engelbertus Marinus Dorper en Getuigen binnen Amsterdam gepasseert, en met condemnatie van den Hoogen Raade in Holland gesterkt, van Andreas Rynsdorp , Johan Fabritius, als in Huwelyk hebbende Anna Francina Laurentia Reynsdorp, en deselve Anna Francina Laurentia Reynsdorp met haaren voornoemde Man geadsisteert, en Nicolaas Reynsdorp, in der selver respective qualiteiten het regt verkreegen hebbende tot de aandeelen den voornoemden Andreas Reynsdorp. Anna Francina Laurentia Reynsdorp en Nicolaas Reynsdorp, in de Erffenisse en Nalaatenschap van wylen Anna du Four , in leeven laatst Huisvrouw van Adam Hendrik Lodewyk van Wangenheim, competeerende; en nog de voornoemde Joan Muysken, als in Huwelyk hebbende en als by procuratie in dato 6 Mey 1778 Gevolmagtigde van Johanna Maria Reynsdorp, zynde deselve Helena Francina Crafford, Andreas Reynsdorp, Anna Francina Laurentia Reynsdorp, en Johanna Maria Reynsdorp, in der selver qualiteiten en relatien, met en benevens nu wylen Nicolaas Reynsdorp junior, (van wien de voornoemde Nicolaas Reynsdorp de Vader, met en beneevens voornoemde Andreas Reynsdorp, Anna Francina Laurentia Reynsdorp, en Johanna Maria Reynsdorp Erfgenamen ab intestato waren geweest) te samen geinstitueerde Erfgenamen van evengemelde Anna du Four, en alsoo tot der selver Nalatenschap geregtigt, en als soodanige advoueerende de procedures te Surinamen gevoert ten naame van D. J. W. Hatterman en P. Texier , in qualiteit als Executeuren in den Boedel en Nalaatenschap van wylen voornoemde Anna du Four, laatst Huisvrouw van wylen voornoemde Adam Hendrik Lodewyk van Wangenheim, houdende, dat de Supplianten in hunne voorsz qualiteit genoodsaakt waren Proces te defendeeren voor haar Hoog Mog. als Gedaagdens by Mandament van Revisie met de clausule van relief ter eenre, op ende jegens Frederica Magdalena Johanna Maria van Wangenheim, laatst Weduwe van Frederik Christiaan van Thummel , Kamerheer van hunne Reiserlyke, Koninglyke en Apostolische Majesteiten, woonende te Bruheim by Gotha, dog kiesende Domicilium citandi & ewecutandi ten Huise van Jan en Theodore van Marselis te Amsterdam, mitsgaders advoueerende, en voor soo veel des noods aanneemende de arrementen van den Processe, door haar met en benevens wylen haaren voornoemde Man voor haar Hoog Mog. geënthameert, en alsoo Impetranten in het voorschreeve cas ter andere zyde. Dat in die saake soo verre was geprocedeert, dat haar Hoog Mog. by der selver Appoinctement in dato 3 Mey 1779, nevens de voorsz Requeste gevoegt, Parthye hadden gelast alsnog te repliceeren op der Supplianten Conclusie van antwoord binnen veertien dagen na insinuatie, op poene van verstek, welke den 24 Juny 1779 door den Kamerbewaarder van haar Hoog Mog. aan den Procureur van de lmpetranten na behooren was gedaan; dan dat Parthye alsnog in gebreeken bleef op des Suppliants Conclusie van antwoord te repliceeren; versoekende de Supplianten derhalven haar Hoog Mog. Appoinctement, waar by Parthye of desselfs Procureur worden versteeken van te repliceren, en voor het profyt van dien, dat de saak sal worden gehouden voor voldongen , salvo purge te veertien dagen na insinuat e. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat Parthye van het dienen van replicq sal worden gehouden voor versteeken, en voor het profyt van dien de saak voor voldongen, salvo purge binnen veertien dagen na insinuatie deeses.