Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3397, pagina 91

Plaatsinge der
Comptoiren
Evaluatie van
het revanne der ge„
ceerde landen
Raseringe van
Rodenhuijsen
de voorz: Conventie gesproocken werd van
het convenieren over de plaatsen, waer de
comptoiren opde limiten in Vlaenderen
gelegt sullen werden, tot voorkominge
van fraudes, en over de verdere precautien
daer ontrent te nemen, dat hij Resident daer
van niet eerst sal spreecken, maar aan
hem daer van gesproocken werdende, sal
hooren en berigten de voorslagen welke
aen hem daer ontrent sullen werden ge„
daan, alsoo het haer Ho:Mog: voorkomt,
dat dit point, genomen uijt het Tractaat
van Barriere genoegsaem vervalt, door
de veranderinge gemaakt inde nieuwe
limiten van Vlaenderen, behalven dat het
aan ieder vande souverainen schijnt vrij
te staan, sodanige plaetsen op sijn ter„
ritoir te verkiesen tot het stellen van Com„
ploiren, en sodanige precautien tegende
fraudes van sijne eijgene regten, te nemen,
als meest dienstig oordeelt.
Ten anderen sal gem: Resident te Brussel
gekomen sijnde instantien doen, dat hoe eerder
soo beter opgegeven mogen werden de reve„
nuen die door den Souverain getrokken
werden vande Landen in Vlaenderen, welke
bijde uijtbreijdinge der limiten in Vlaenderen,
moeten komen aenden Staat, en dat daer
van een billijke evaluatie, volgens den inhoud
van het voorz: articul moge werden gemaekt,
dog dat hij het project van die evaluatie
alvorens het selve te arresteren, aen haer Ho:
Mog: sal oversenden, om haer Ho:Mog: goed„
vinden daarop te verstaan.
Ten derden, sal hij Resident instantien sal
doen, dat het fort Rodenhuijsen, volgens het
selve eerste articul geraseert moge werden;
En voor soo veel aangaat het noemen van
Arbiters, tot het afdoen van het different
over het Canaal van Brugge op St. Donaes,
sullen die Arbiters kunnen genoemt werden,
wanneer van d‛eene ofte de andere kant
daarop werd gepresseert.
Ten vierden, sal gem: Resident specialijk
20. Januarij daarop letten, dat soo haast de 70.
meergem: conventie geratificeert
sal wesen, het tweede articul vandien,
spreeckende vande betalinge van het sub„
Subsidie
sidie van 500m Rijxdr: of 1250m gulden
hollands jaerlijcx, en vande agterstallen
vandien, met het geen verders bij het voorz:
tweede articul gestipuleert en belooft is,
in alles preciselijk geexecuteert moge
werden, en dat geen vande fondsen, tot ver„
seeckertheijd vande voorz: betalinge geaffecteert
tot prejuditie vanden Staat eenigsints mogen
werden vermindert ofte gediverteert.
sal in het bijsonder devoiren aenwenden,
dat volgens het voorz: tweede articul, door
de generale administrateurs ofte Directeurs
vande inkomende en uijtgaande regten inde
Oostenrijcxse Nederlanden, in behoorelijke
forma moge werden gepasseert de acte van
submissie, onder willige condemnatie vanden
grooten Raad van Mechelen, en vande Raden
van Braband en van Vlaenderen, in het voorz:
articul vermelt, om haar te obligeren, om van
drie maanden tot drie maanden aan haer Ho:
Mog: te betalen t‛elckens een vierde part van
550m gulden, in minderinge van het subsidie
van 1250m gulden, opde onbelaste comptoiren
der inkomende en uijtgaende regten geaffec„
teert, en sulcx geduirende den tijd van haere
administratie. Dat de voorz: Generale
Administrateurs of Directeurs bijde voorz:
acte van submissie, op deselve wijse haer
mogen verbinden tot betalinge van 50m
gulden jaerlijcx voorden tijd vande ses Jaren
van haere Administratie, om te dienen in
minderinge vande agterstallen van het
subsidie, alsmede om in vijf Jaren in egale
termijnen te betalen, het geen aen haer Ho:
Mog: nog verschuldigt is van 1040625:
gulden, in het Jaer 1710, genegotieert opde
Comptoiren van Gend, Brugge en Ostende
met de interessen vandien, alles sodanig
als in het voorz: tweede articul is ter neder„
gestelt; En nadien tot het versoecken en
bevorderen vande voorz: willige condemna„
tien vanden grooten Raad van Mechelen,