Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3397, pagina 89

Venlo
Desordres der
Papisten
Is ter vergaderinge gelesen de requeste
vanden Hoog Bailliuw, Burgermeester
Magt. van't vrije en schepenen van't Collegie van ‛s Lands
vanden Vrije, residerende tot Sluijs
in Vlaenderen; houdende dat de supplten:
Spange
genoodsaakt waren proces te susti„
neren voor haer Ho:Mog:, als requi„
ranten van parate executie ter eenre
op en tegens Jaques Baron de
Spange, heere van Watervliet, gere„
quireerde in het voorz: cas ter andere
zijde, inwelke sake soo verre was
geprocedeert, dat bij partijen hinc inde
was gewisselt van Inventaris en
stukken, en van der Supplten: zijde
ook was gediend van Acten en muni„
menten ter Griffie van haer Ho:Mog:
dogn dat partijen tot nog toe in ge„
breken waren gebleven van gelijke
te doen; versoeckende derhalven, dat
haer Ho:Mog: partijen gelieven te
ordonneren, omme binnen den tijd van
veertien dagen, mede te dienen van
Acten en munimenten ter Griffie van
haer Ho:Mog: op pene van versteeq,
Waarop gedelibereert sijnde, Is goed„
gevonden en verstaen, dat partijen
bij appointement sullen werden gelast,
door den Schout van Venlo geenta„
meert tegens Mr. Pieter Hendriks,
en desselfs dogter en Schoonzoon,
mitsgaders opde sententie bij het ge„
rigte van Venlo inde voorz: saak
gewesen den 14. december 1718; Waarop
gedelibereert sijnde, Is goedgevonden
en verstaan, dat de sententie bij het
gerigte van Venlo, in de voorz: sake
gewesen, den 14. der voorleden maand
sal werden geapprobeert, soo als
deselve geapprobeert werd mitsdesen;
En sal extract van dese haer Ho:Mog:
resolutie gesonden werden aende voorz:
magistraat om te strekken tot
derselver narigtinge, en voorz: sen„
tentie te doen executeren na behooren.
20. Januarij omme te dienen van
acten en munimenten ter
68.
griffie van haer Ho:Mog:, binnen
drie weecken na insinuatie deses, op
pene van verstecq.
Ontfangen een missive vanden Raad van
State, geschreven alhier inden Hageden
18. deser, houdende ingevolge en tot
Golsteijn
voldoeninge van haer Ho:Mog: resolutie
vanden 14. April laatstleden, derselver
advis opde memorie vanden heer Grave
van Golstein, Minister van Sijne
Betalinge van Churfurstelijke Doorlugtigheid vande
Paltz; versoeckende betalinge, eerstelijk
agterstallen
vande agterstallige subsidien aen
hooggede. Sijne Churfurstelijke Door„
lugtigheid verschuldigt; Ten tweeden
vande agterstallige soldijen van
Sijne Churfurstelijke Doorlugtigheids
Corps van drie duijsend man, 't welk
ten laste van Groot Brittannien
voor tweederde, en van desen Staat voor
een derde, inde Nederlanden heeft gediend;
En ten derden van een restant van twee
en twintigh duijsend agthonderd negenen
,tnegentig gulden verschuldigt aende
Paltze troupen, ter requisitie van
Groot Brittannien, en van desen Staat
inden Jaere 1711, gedient hebbende bij,
en in het neutraliteits Corps in Silesien
mitsgaders dat haer Ho:Mog: door
derselver minister tot London, officien
beliefden te doen aenwenden, bij sijne
Majt. den Koning van Groot Brit„
tannien, teneijnde aengem: Sijne
Churfurstelijke Doorlugtigheid voldaen
mogte werden een somme van vijf a
sesmaal honderd duijsend guldens
wegens twee derden van het extraordi„
naris van het Corps Churpaltse
troupes, gediend hebbende in catalonien
het andere een derde gebragt sijnde
tot laste vanden Staat; Waarop ge„
delibereert sijnde, Is goedgevonden en
verstaan, dat de heeren Staten vande