Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3397, pagina 83

op stellen eene acte ofte obligatie, waer
bij alle drie de voorz: Capitalen wierden

gecomprehendeert, bij welke gelegentheid
het gebeurt was, dat de voorz: Jauri,
in het recapituleren vande voorz: drie
Capitalen het voornoemde tweede Capitael
t‛eenemael inde voorz: Obligatie had ge„
repeteert en gerekent, soo dat ingevolge
vande voorz: Acte, den Supplt: in plaatse
van dertig duijsend tagtig gulden, aanden
voorn: heere van Borgharen soude
schuldig zijn veertigduijsend guldens
Luijks, 't geen een notoir Abuijs was,
alleen bij gekomen sijnde, door mis„
verstand ofte misslag vande voorz:
notaris Jauri, gelijk den voorn: heer
a Blisia van Borgharen, den originelen
Crediteur in sijn leven, ook seer wel
had: geweeten, welke noijt hoger interest
gevordert had, als vande voorz: drie Capi„
talen a dertigduijsend tagtig gulden,
dog: dat desselfs Erfgenamen zig daer
mede niet wilden vergenoegen, als
pretenderende den interest van veertig
duijsend guldens, waar over zij den
Supplt: geactioneert hadden voor
Burgermeesteren en gesworen Raden
der Stad Maastrigt; dat het tegens
alle eequiteit strijdig was, dat den Supplt
soude betalen, de voorz: considerabele
somme die hij niet verschuld was, nogte
hem getelt was geweest, gelijk met
getuijgen en brieven van wijlen den
originelen crediteur bewesen konde
werden, hebbende den Supplt: de voorz:
Obligatie ter goeder trouwe getekent,
sonder deselve nate lesen, in die gedagte
dat in deselve geen meerdere somme uijt„
gedrukt stond, als hij ontfangen had,
en inde vorige Obligatien vermelt waren
gelijk den Supplt: alle het voorz: sonne„
klaar soude proberen; dat den Supplt:
bedugt was, dat hem sijne voorz:
18. Januarij signature hinderlijk mogte 62.
zijn; versoeckende derhalven
haer Ho:Mog: mandement van
relief, waerbij den supplt werde gere„
leveert van het tekenen vande voorz:
laatste questieuse acte van Obligatie
vanden 16. maart 1714, met den
gevolge en aankleven vandien, mits„
gaders van alle omissien en verzuij„
menissen dienaangaande bijgekomen,
alsmede vanden laps van tijd, dat het
voorz: relief niet binnen den behoore„
lijken tijd wis geimpetreert, en sulcx
gestelt in die Staat als den Supplt: was
voor dato van al het voorz:, alles met
committimus aen Burgermeesters en
geswooren Raden der Stad Maastrigt,
in communi en ordinaria forma;
Waarop gedelibereert sijnde, Is goed„
gevonden en verstaan, dat ten behoeve
vanden Supplt: mandement van relief
met committimus aen Burgermeesteren
en geswooren Raden der Stad maastrige
in communi forma sal werden gede„
pescheert.
Is ter vergaderinge gelesen de requeste
van David Flottard, houdende dat
haer Ho:Mog: den Supplt: voor sijne
gedane diensten, bij derselver resolutien
vanden 2. November en 6. December
1709, een jaerlijcx pensioen van drie
honderd guldens hadden geaccordeert
opde fonds vande Generale Collecte, waer
uijt den Supplt: betaalt was geweest,
101 den 30. Junij 1712, dat de voorz:
sonds geabsorbeert sijnde, hij t‛elkens
had verzogt met sijn voort: pensioen
op een ander fonds gebragt te mogen
werden; versoeckende om redenen inde
voorz: requeste geallegeert, dat haer Ho:
Mog: den Supplt: betalinge gelieven
te laten doen vande ses Jaren en een
Flottard