Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 2950, pagina 32

„raliteit, zoo veel penningen
voor te schieten, als bij de Pro„
„vincie van Vriesland afge„
,weesen posten zouden ko„
,men te bedragen, zoo voor
de vijf laatste maanden van
het Jaar 1783, als over het
beloop van de eerste Heere,
„maand, die na den 12 Sanu,
arij 1784 zoude expireeren;
dan dat de voorschreeve tijd
ten einde liep: Verzoekende
de Supplianten, om reedenen
bevoorens te meermalen gere„
„praesenteert, dat haar Hoog
Mogende op de verdere beta„
„ling der voorgemelde Militi„
de nodige voorsieninge, gelie„
,ven te doen, en dus voor
te komen, de schromelyke ge„
„volgen, welke haar Hoog
Mogende by voorgemelde Re„
„solutie apprehendeerden, dat
te wagten waren, indien de
gemelde Trouppes bij gebrek
van betalinge, tot verloof of
desertie zouden mogen over„
„slaan. Hebben ter Vergadering
gerapporteert.
Dat in het gehoude Besogne
over
7
over het voorschreeve gedaen,
versoek de Heeren Gecommit„
,teerden van den Raad van
Staate hadden verklaart, dat
het selve versoek aan den Raad
van Staate was voorgekomen
van veel consequentie en be„
,swaar voor des Generaliteits
Cassa als waar uit bereids
ingevolge de Resolutie van
haar Hoog Mogende van den
14e. November laestleeden,
een aenseenelyke somma ten
behoeven van de Provintie van
Vrieslandt, ter betalinge van
de bij haer afgeweese militie
en verdere Posten op den
Staat van Oorlog ter harer
repartitie gebragt, tot de eerste
Heere maand van dit Jaar
incluijs, was verstreckt ge„
,worden, en waarontrent
de betalinge van deselve
Posten ingevolge der Suppl„
gedaen versoek, tot het eynde
van dit lopende Jaar, nog een
veel groter somma soude em:
„porteeren, maar dat ook daen
en boven in consideratie was
genomen, dat de Provincie