Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 2950, pagina 10

,queste van Arnoldus Hendrik
Nyssen, haar Hoog Mogende
Consul te Junis in Barbargen,
houdende, dat haar Hoog Mo.
bij derselver Resolutie van den
20 Januarij jongstleeden aan
des Generaliteits Reekenkame,
ten fine van Examinatie en
Liquidatie, hadden gelieven te
zenden, Syne Declaratie van
Jaarlyksche Extraordinaris
onkosten, door hem, in zyne
voorschreeve qualiteit gedaan,
geduurende den Jaare 1783.
Dat die Declaratie, ten Bu„
„reele van gemelde Kamer,
was geliquideert geworden, ter
somma van f2500:: dog
waar aan gekort zynde de
somma van 11875:: by den
Suppliant reeds ter goeder
Reekening, genoten, den Sup„
„pliant daar op nog compe.
,teerde de somma van 1625:
blykende bij de Liquidatie nee„
,vens de voorschreeve Requeste
gevoegd.
Dat met den laatsten December
1783. was verscheenen, geweest
een quartaal van des Supplts.
ords„
ordinaris Tractement ter Somma
van f750:: Versoekende de
Suppliant derhalven, dat haar
Hoog mogende den Ontfanger
Generaal van het Verhoogde
Last en Veilgeld, Mr. Johan
Patijn, gelieven te authorisee„
„ren, om aan des Supplts.
gemagtigde tegens behoorlijke
quitantie te betaalen:
Eerstelyk, het restant van des
Suppliants hier vooren, gemelde
Declaratie, ter Somma van
zes honderd vyfen Twintig
guldens
Ten Sweeden, het quartaal
van des Suppliants ordinaris
Tractement, ter Somma van
seeven honderd en vijftig gul„
,dens, verscheenen geweest den
31 December 1783.
Ten derden, een gelyk quartaal
in avance te verschynen den
31 Maart 1784, meede ter Som„
,ma van seven honderd en
vijftig guldens.
en laatstelyk, het eerste quar„
,taal ter goeder Reekening
op des Suppliants declaratie
over het loopende Jaar 1784,