Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 2713, pagina 53

toldekeunis en decisie deplana ovor de quastien
rakende den grond lijgendom de ten derden, dat
metrelatie tot het 15 Artl, hunne E: Mogende
ook niet kunnen toestemmen; dat bij provisie de
deffening de Juisdictie over de voorsz: wederom inte
dijkenpolder, en verder daar inte compretiendeeren schoren
sal sijn en blijven aan het Collegie vanden vrijen,
gelijk meede indien het quaesticnse voor det de Lande
sullen wesen ingedijkt en drooggemaakt, of voir
de expiratie der verliende vrijdommen, niet mogten
sijn getermineert het heffen der s'Lands Lasten
overden geheelen Polder wederom sal worden gedaan
doorden Raad van State, soo als sulks inde laatste
Jaren voir hit doorbrecken vanden opgemeede schae„
pendam, ontrent de daarbinnen geleegen hebbende
schoras, is gedaan geworden, dat hun Ed: Mogende
bij resolutie vanden 28 meydes voorledenen Janos,
soo vertrouwt werd, op goede gronden hebben aangetoors,
dat die vanden vrijen te sluijs geensints tot de
oeffening van Jusisdictie over dese inte dijkenpolder„
enverder daar in te Comprehendeeren schorren com
petent sijn, en dat s'Lands lasten ten behoeve
vande provincie van Zeeland moeten worden betaald,
Dat soo lang dese sustenue bij den Raad van State
ende vanden vrije geconteneert wird, en ongedecideert
blijft, het niet anders als tot merkelijke praejudicie
vande provincie van Zeeland, en van die van Biervlies
strekken kan, indien dit 15 Artl indiervoegen in
het octroij soude worden ingevoegt, en dat derhalven
des
dit insgelyks behoorde te worden uijtgelaten.
In worden sij Heeren ordinaris Gedeputeerden verdoos
by deser geauthoriseert en gelast, omme als noch te
inhaveeren hunne Ed: Mogende bovengemelde resole.
vanden 28 Meij des voorleedene Jaars; en speciaal de
Insteeren, dat het Collegie s'Lands vanden vrijen k
sluijs mag werden gelast binnen seckere bepaalde tyd
bij haar Ed: Mog: te fipeerer aanhunne hoogsmogend
de screijschte opening, volleedige kennis ende monstratie
te geven met soodanige stukken, als in Regbenvalide
helchen.
sijn, vande gronden en reidenen, waarop onderstaan„
den 11 Julij 1760 op de Schorae, bij Biervlied gelegen,
publique verkooping te doen; en bij nadere aan„
schrijving aandie van Biervlied sig de Jurisdictie
over deselve aantematige, Endat, tergelijkertijd de
Magistreat van Biervlies ock mogen worden gelast
binnen den selve te bepaalen tijd aan hunne hoog
Mogende toe te benden de stukken en bewijsen, en
Regten valide sijnde, ten betooge vanderselver regt en
Jurisdictie op de Landen en schorren is quaestie
Dat sij Heeren ordinaris Gedeputeerd alverder
sullen urgeeren dat, om eens eenmaal een spoedig
en finaal ,feijnde vandese quastie te maken, ter
vergaderinge van hunne hoogMog: werde vastgesteld,
en geresolveert, dat alle dese stukken van wedersijden
ingekomen sijnde sullen worden gesteld in handen
vanden Rade van Vlaanderen, of soodanig anderhoff
van Justitie, als hunne hoog Mog:: sullen goedvinden,
teneijnde deselve stulken te examineeren, on daaruyt
Meij
den 3 Maart 1764