Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12170, pagina 9

20
examen brengen overwegen in redeltijchheyt ende billyckheyt, men sal
bevinden soo solide ende fundamenteel de Justitie ende equitept van
de Praceduren van hare Ho:Mo:, en alles in soo convenable termen
geadstrueert, dat niemant als die moetwillens zijn gewisse kracht aen
wildoen, sal konnen seggen, dat men hier als de stoffe ontbroocken
heeft, gekeert is tot lasteren van den Persoon-
Doorts gaende, secht hp Heere Enboyé, dat men tracht te justificeren
de Proceduyren, van geen communicatie gedaen te hebben van hare Hoogh
Mog: Resolutie vanden elfden December 1664. aen hem Heere Envoyé om
twee redenen, eerst dat hy hadde aen de Griffie te senden om een Copye,
ende ten anderen, dat de intentie van hare Ho:Mo: niet en was om te ant-
woorden op de Memorie van de Heer Envoyé, dat oock met de Resolutie
niet te doen en hadde. Bept op het eerste, dat elck Boff sijn forme ende
particuliere manieren heeft. Daer op dient, dat by hem Beer Envoyé
niet ontkent en werdt, hoe in het lichten van Resolutien op ingediende
memorien in Engelandt, de Ministers van desen Staet niet al te ge-
mackelijck ende civit werden bejegent, hp niet qualijck kan nemen, soo
hier in gelijckhept werde getracteert, ende dat het een civiliteyt is van
hare 1o:Mo: de Ainisters alhier residerende, de Resolutie van hare
440: M0: op der selver ingediende memorien, te doen verhantrepchen
door een van hare Officieren, ghelijck dan oock 'tselve geen generael
gebruyck is, maer gheschiet niet, als met speciale Resolutie van haer
Ho: Mo: , ende is het hem Heere Envoyé geduprigh ghebeurt, soo is
hem geduprigh een civiliteyt geschiet.
Op het tweede sept hy, de Resolutie houdt immers in Extract uyt de
Resolutien, &c. op de Memorie vanden Heer Downing, &c. soo raeckten
hem die immers. De Resolutien van hare Ho:Mo: houden gemeene-
lijck in het hooft, waer, ofte bp wat occasie die worden genomen, maer
wie datse raecken, moet gesien werden uyt het gene daer in werdt ge-
disponeert: upt de dispositie vande Resolutie selfs, soo als hier onder
de Num. 2. nevens gaet is af te sien, dat die niet en strecken tot een ant-
woore van den heer Envoye, maer wel tot informatie van den genen
die in de Resolutie werden vermeldt, ende vorder niet, ende over sulcx
hem weer Envoye niet en raeckten.
Ende is hier te remarqueren, dat bp Beer Enboye niet is by bren-
gende tot adstructie, dat sin memorie vanden dertichsten December
lestleden, niet en soude wesen buyten stijl ende ordre, ende hp als Mlti-
nister wegens sijn Coningh aen desen Staet residerende, onbevoeght
die te debiteren aen alle andere Boven van Coningen ende Btatent
ende
Batg:
Bas:
ende over salcx qualijck geesepot in siyne memorie( hadt ick soo willen
doen, &c.
Aaer seght hy, Het is de Coningh synen Meester die sulcx heeft laten
doen. Aop willen niet tegenspreecken, dat den Coningh sijn Meester
daer toe bevoeght was gelijck oock hare Ho:Mo: bevoecht zijn sule-
he Resolutien, Antwoorden of andersints, te doen verhandtrepcken
aen alle boven, als se goetvinden, sonder dat uyt het gene gepasseert
is, naer dat de tpden doen stonden, gbeinfereert van worden by haer
10: Mo: geweest te zyjn, een voornemen van de vriendtschap met den
Coningh van Engelandt af te snijden. Dat hy Beer Enboyé seght
niet te doen van wat Caracter een Minister is, vanden eersten ofte vorderen,
daer in verabuseert op hem seer, dewopte een Minister vanden eersten
Caracter van een eminenter dignitept is, ende veel bysondere rechten
competeert, welcke die vanden veroeren eharacter niet en kan preten
deren dit vermits die vanden eersten character, alleenigh geconside-
reert werdt den persoon van sijn Meester te representeren, boven het
doen van des selfs affairen, daer een van een minder Character, maer
alleenigh doet de affairen van sijn Meester, sonder die te represente-
ren, ende en wertdien Minisier die voorgeworpen wort, om hem aen
te wpsen de limiten van syne charge, dat hy niet en is vanden eersten
Character, geen kleynigheyt ofte ongelijck gedaen, vermits het selfde
it conform sijns Meesters sentiment, ontrent sijn persoon ende dienst,
die hem kan geven soodanigen eharacter als het hem gbelieft, ende in
sijn macht heeft hem te doen hebben soodanigen supsterititul ende dig-
nitent als het hem goet dunckt: Ende bevonden werdende dat sijn
Meester hem niet ghegeven heeft die digniteyten ende character, ver-
staen moet werden, niet te willen dat daer van jouissere ofte voor wer-
de erktent.
Dat by hare Ho: Mo: meer toeghegeven is, blijckt by de Lyste, &c. Bag- &
moet niet verstaen worden de Epste van pretensien die volgens het
Tractaet zijn gereguleert, maer die Enste die inden jare 1654. is gbe-
formeert geworden, welcke pretensien alle ghemortificeert zijn, ende
van die Ppste wordt ghesproocken, dat daer op quamen van dese spde
pretensien, die soo rechiveerdich waren, soo wel gheverifieert ende tot
sulcke groote sommen, dat selts de Commissarisen vande Engelsche
3nde als doen ghestelt, bekenden daer niets by te zijn te comparerent
daer vander wet eenige souven konnen voortbrengen ende ophaten,als
men vande Engelsche zpde is doende, maer alsoo die ghemortificeert
stinisoo bunckt ons hat niet ten propooste te dienen.
B0o2
B6 2