Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12113, pagina 5

( 2 )
eerlang te neemen Resolutie aangaande het bywoonen der deli-
beratien des Senaats, door den Heer Kroonprins, nadien sijne
Koninglijke Hoogheid op den 24. deeser het vyftiende jaar sijns
ouderdoms sal hebben bereikt, op welken das men sext, dat een
groot Bal aan het Hof sal weesen.
Het maaken der Nominatien, tot remplacement van de twee
vacatures in den Senaat, is by den Adel op aanstaande Saturdag
vastgesteld, en de Priester- en Borgerstand teffens versogt, om
sig daar omtrent tot de by de Edelen genoomen Resolutie te
wissen voegen.
Ik neeme de vryheid hier neevens aan U Wel-Edele Gestren-
ge in te sluiten Translaat van de Instructie van de secreete
Manufactuur- en Handels-Deputatie, waar aan my gedraagen-
Stokholm den 13 January 1761.
de, blyve, &e.
Ge-
teekent, Doublet van Groenevelt,
Dat. 26.
January 1761.
Rec. 285
Hoog Mogende Heeren,
Vitteren oxtend is de Heer Minitter l‛enipotentiaris na Gent
gereitt, en op voorleeden Donderdas is de Fransche Mi

nister, de Heer Lesleps, na Parys vertrokken. Ik denk
niet dat de eene nos andere deeler togten eenige relatie met pu
blique laaten heeft, welke de Nieuwsschryvers door haare sterili
teit thans verleegen maaken, of doen dooten:
Van het vertrek van Prins Carel na herwaards, meld ik niet,
vit vrees my weeder te moeten verroepen.
tot nos toe hebben de Hollandsche en Zeeuwsche Scheepen
op deese Stad af- en aangevaaren, dog gisteren en te nagt heeft
het soo sterk gevrooren, dat het te denken is, dat die vaart nu
voor een paar maanden gedaan sal 292.
Deesen nagt is alhier het eerste gemasquert Bal gehouden, en
Sondas aanstaande sal het tweede 292, terwyt het nos onseeker
blyft, of 'er des Dingsdags daar na nog een sal zyn, soo als al-
tyd anders geschied.
Brussel den 26 January 1761. Geteekent,
Waar meede, &c.
W. van Haren.
Dat. 231
January 1701.
Ree. 281
Den Heer Minister
Mauricius.
400g Mogende Heeren,
Oorleeden Postdag was hier niets dat my. stof kon geeven
die U Hoog Mog. attentie waardig was, dog 's avonds laat,

even voor het afgaan der Post, kreeg ik berigt, dat den
Heer Envoyé Champeaux van Lubet vier gerecourneert wass en
it nad etten nos 19d om het selve onder Addres van den Heer
Griffier, 1ot 8 4005 Mog. kennisse te brengen: gemelde Heer
Envoye heeft my gisteren avond de eere gedaan van een visite
te willen geeven, dos ik was niet te huis, en sal nos heeden tragien
sijn Ed. de visite weederom te geeven. Men sal nu moeten sien
of sijn Doorlugtigheid den Heere Hertog van Meklenburg na
Swerin te rus keert of niet, en soo ja, is het gelootlijk dat de
entrevue der twee Princessen eenis effect heeft gedaan. Tot nos
toe wil den Heer Champeaux niet weeten dat ser eenig accom-
mo-
Den Heer van Haren.
modement geslooten is; soo het alsoo was, is het niet onwaar-
schynelijk dat desselfs publicatie uitgestelt is, tot dat de Heer
Champeaux eerst met goede gratie van het tof vertrokken sou
zyn; dog het is best alle gissingen te suspendeeren tot klaarder
weetenschap: onderwyl kan men uit de laatste woorden van de
Memorie, die den Hertos te Regensburs den 13 December heeft
laaten overgeeven, genoegsaam afneemen; dat sijn Doorlugtigheid
toen al geresoweert was, om, soo men hem teexen de Pruissen
geen daadelijke hulp kon geeven, sis met deselve te accommo-
deeren, dewyl men niet van vitcytteren welke mesures het souden
zyn, die sijn Doorlugtigheid anders sou kunnen neemen.
De Hamburgsche Deputatie na Vrankryk, sal, soo verre ik
weet, nos voortgaan, 1oo ras de Weegen beeter sullen 292.
Het schynt grond van waarheid te hebben, dat 'er effectivelijk
te Stade een conspiratie ontdekt is, en dat meer dan twintis
Perloonen, eenige krygsgevangenen, en eenige Vreemden: waar
onder een Dansmeelter, gearretteert 292: het dellein sou geweelt
zyn om brand te stigten, en ik weet niet wat al meer, ik begryp
exter niet met wat effect sults sou hebben kunnen uitgevoert
worden, dewyl de Daaders lis in de Stad niet souden hebben
kunnen louteneeren, en hun echapade soo te Water als te Lande
seer difficil sou zyn geweest; hoe verre daar in een concert ge-
weest sou zyn met de Fransche Deserteurs, die sig te Altona op-
houden, en of de jonge Heer Champeaux daar in de hand ge-
nad sou hebben, sal de 1yd moeten teeren: tot nos toe is daar
van geen aanschryvins van de Hanoversche Regeerins aan deese
Stad gekoomen.
Dit Hanover is niets nieuws, schoon alle de Trouppen in
marschvaardigen taat gehouden worden.
Na deele geschreeven te hebben, heb ik een visite gegeeven
aan den Heer Envoyé Champeaux, die my seer vriendelijk heeft
ontfangen, sijn Ed. heeft my gesegt, dat op den selfden tyd als
hy van Lubek herwaards is vertrokken, sijn Doorlugtigheid den
Heere Hertos ook de reile na Swerin heett aangenoomen.
Waar meede, &c. Hamburs den 23 January 1761.
Ge
teekent, J. J. Mauricius.
Dat. 232 January 1761.
Rec. 291
Hoog- Edele Gestrenge Heer,
JAnneer ik de Heer Envoyé Champeaux heb gevraagt, of
wy nu het plaisier souden hebben van hem eenigen tyd

hier te sien, heeft sijn Ed. my geantwoord, dat hy het
selfs niet wist: dat hy geen conge van den Hertog genoomen
had, dog soo lang het Hertogdom door Pruissische Trouppes en
Marodeurs geintetteert bleet, belt oordeelde sijn Caracter in soo
groote onveiligheid niet te exponeeren. Ik heb dat discours uit
bescheidentheid niet verder willen pousseeren, dos ik heb be-
greepen, dat het selfs met zyn volkoomen sin niet was, dat de
Hertog na Swerin was geretourneert. Syn Edele seide niet te
gelooven, dat 'er een accommodement gellooten was. Dos ik
heb niets gehoord, dat de gissins die ik maak tot nog toe om-
verre werpt.
Getee-
Hamburs den 23 January 1761.
Waar meede, &c.
Dato
kent, J. J. Mauricius.
Den Heer Minister Mauricius.