Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12040, pagina 113

daarvan
is komen te overlyden, soo hebben. wij bij deesen
om hiet vaceerende.
Ampt van Thilaunes aan Uwe Koninglijke Hoogheid kennisse
Generaal daar opte
willen geeven, en alvoorens te disponeeren
confereeren.
over liet Ampt van Thielaurier Generaal, door
desselfs overlijden vacant gevallen, versoeken,
dat Uwe Koninglijke Hoogheid aan Onsgelieve
te laaten toekoomen haar hoogstwyte consi„
,deratien en advis ovor den persoon, op wien
het voorschreeve Ampt ten meesten dienste
van den Lande wederom geconfereert sal
werden. Waarmede, ed.
aan den Heere Vander Heim, een
van haar Hoog Mogende Commissarissen
tot de conferentien te Brussel.
Den 24e. Julij 1753.
De Staaten ed.
Edele, ed. Op Al missive geschreven alhier in
den Hage den 21e deeser, raakende Illuminatie,
hebben Wij goedgevonden UL te rescribeeren
het geen in Onse neevensgaande resolutie is
vermelt, daar toe Wij ons gedragende, ed.
Edele Mogende Heeren.
Den Heere Bisschop van Wurtzburgh heeft bij
missive vanden 17e deeser Ons wederom geschreven
in faveur van desselfs onderdaan en Burger
te Carelstad, Johan Prans-Lamprecht, proce„
,deerende tegens Reijnier Selgrom en Consorden,
welk Proces voor den Hove van Holland
Voorschrijvens ten
behoeve van J: A:
Lamprecht, tot
expeditie van Jultitie.
Aan de Provincie van Hollant
ende Westfriesland.
Den 24. Julij 1753.
110.
hangende in cas van Appel, op den 9e. Mey
laatstleeden ten voordeele van gemelden Johan
Frans Lamprechit is indgesprooken geworden,
even gelijk te vooren geschied was ter eerster
instantie door het Gerichte der Stad Rotterdam;
oogh waar van partyen wederom hebben
geappelleert voor den Hoogen Raade in Hollant,
versoekende hooghgemelden Heere Bisschop,
dat de finale decisie deeser saake, tot voorka„
,minge vande ruine van gemelden sijnen
Onderdaan, soo veel doenlijk, moge worden
verliaast.
Wij vinden Eneverpligt copije van deese
missive met de bijlaage daar toe gehoorende
aan U Edele Mogende te senden, en U Edele
Mogende te versoeken om in den haaren te
willen effectueeren, dat aangemelden Johan
Frans Lamprechd soo veel mogelijk, prompt
goed en onvertogenlecht, en exepeditie van
justitie moge worden Geadministreerd.
waarmede ed.
Onde Vriendelijke Diensten en wat Wij
Wy voor het overige meer goeds en aange„
,naams vermogen, voor af;
Hoog Mogende ook Edele Heeren,
bij sonder lieve Vrienden.
Euse Onderdaan en Burger te Carelstad, Johan
Frans Lamprecht, heeft Ons onderdaanigst
lrangende
Bijlaage.
Missive vanden Bisschop
van Wurteburgh.
Rec: 24. Julij 1753.
Translaat.