Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12040, pagina 104

Hoog Mogende met valakle bewijlen, den
recliten conform aan te toonen het goedrecht
dat de Steeden ende Ambagde van Axel ende
Neusen Competeert, tot de Mosselbanken
gelegen in de Vaar Wateren tusschen Axel
en Axel Ambagt, lioe dat die van immemoriale
tijden bij deselve gerusten vreedelijk sijn
beseeten geweest, en voor een inkomst vande
stad werden verpagt, en de penningen daar
van provenieerende in Steids reekening sijn
verantwoord, al hiet welke wij haar Hoogh
Mogende nader hebben onder hiet ooggebragt
bij onse Schriftuur van den 15e. Julij des
gepasseerden jaars 1782 envolgende, daar
bij nogh voorhoudende, hoe dat inde tagtig
persoonen, soo Mannen, Vrouwen, als
kinderen, uit Onse Ingeleetenen voornaa„
„mentlijk vande Mossel vangst subsisteerden,
die door het stilstaan van die Visscherije,
voor een groot gedeelte tot de uiterste
Armoede sijn gebragt.
Wij hebben haar Hoog Mogende al verder
aangetoond de ongefundeerdlieid van de
Ingeseetenen van Tholen, om inde voorschreve
Wateren te mogen visschen, of Mosselen
vangen, veel minder op te visschen, alle
soodanige Mosselen, als door Onse Ingeleetenen,
op de voorschreeve banken, met swaare kosten
en moeytens worden getaaijd; Eudewijl
het wel sijn van Onse Ingeleetenen, en de
stads Finantien, ten hoogsten aangeleegen is,
dat eene soo langduurige quasticule saak
finaal magh werden Gedecideert, neemen
wvij
11. Julij
101.
wij de Vrijlieid, U Edele Mogende, deese
Schriftuur, en weijnige bijlaagen, bij forme
van deductie te presenteeren, om U Edele
Mogende de gefundeerdheid van ous gesustineerde
sonneklaar te demonstreeren.
Het consteert genoegsaam, dat den Brakman
en het Canaal van Axel, geen Leeuwsche, maar
Vlaamsche Stroomen sijn, soo om dat die
Wateren Stroomen, tusschen de Oevers van
Vlaanderen, over welke haar Hoog Mogende
de Heeren Staaten Generaal aan beide Handen
de souverainiteit competeert, als om dat de
Heer Water Bailliuw van Zeeland, op en aan
die Wateren geen jurisdictie heeft, of exerceert,
over eenige delicten op deselve geperpetreerd,
nogh schouwinge van Verdronke Lichaamen
c. die op de Zecuwsche stroomen door sijn Eds.
werd geoeffend; soo word dit egter teenemaal
buiten dispuit gestelt als men aanmerkt,
dat de plaatsen daar jegenswoordigh die
Wateren vloeijen, oudtijds sijn geweest een
gedeelte van het vaste Land van Vlaanderen,
en vande vier soo bekende Ambagten, voor
dat een gedeelte vandie vier Amlagden
door de Zee syn overstroomt en ingelwolgen,
't welk (:volgens een aanteekening op een
oude Kaart gemaakt tentijde van Guido
van Dampier, Grave van Vlaanderen:) is
begonnen, op den 12e. November 1377 toende
dijken aan de Wielingen doorbraaken, endeede
navolgende Paroclueu verdronken de Piet,
Biervlict e. en waar van de Krouijk van
Vlaanderen dus spreckt, op den 16 November