Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11719, pagina 12

faciliteit soude tragten by te brengen, om tot
eene afkomste van saaken te geraaken, verhoo„
opende men, dat den Heere Hertog van Savoijen
van syn hant ook het selve soude willen
doen, en na regt en reeden luisteren.
Den Heer van Heunisch geeft sig ook
bedenkelyke beweeginge, om behoorlyken indruk
te geeven, en sal ik niet manqueeren by de
overige keiserlyke Ministers, meede alle
meest kragtigste devoiren aan te wenden, en
soo nadrukkelyke persuasien te gebruiken,
als het my immers mogelyk sal zyn, tot
bereikinge van haar Hoog Mogende Salutair
oogmerk in deesen en aan Uwel Eds. Gestre
van myn wedervaaren daar ontrent van tyd
tot tyd behoorlyk rapport te doen.
Ik hebbe de eer gehad gisteren wel te
ontfangen haar Hoog Mogende secreete Resolu„
sien en ordres van den 14e en 18e December
laatstleeden, met de byleggende copijen van
derselver twee brieven aan den keiser van
denselven datum, nopens de vrugteloose verrig„
„tinge van den Heere Cethum aan het fran„
„sche Hof, en de by de gesaamentlyke hooge
Geallieerden aan alle hanten te doene effor„
„ten en te neemene mesures tot eene vigou„
„reuse Campagne, waar ontrent ik myn werk
sal maaken, soo wel in het generael, als ten
opsigte van eenige particuliere pointen, dit
Hof, en de vermeerderinge van de Keiserlyke
Trouppes in de Spaansche Nederlanden, mits„
=gaders
Missive van den Heer Extrs, Envoijé Hamel Bruijninx.
Dnt: 4
2 Januarij 1710. Wel Edele Gestrenge Heer.
Rec: 1678
Myn Heer. Ik hebbe gisteren bij den Prince
Eugene en den Heer Ryhs Vice Cancelier my geacqui„
,teert van haar Hoog Mogende ordres, vervat in
derselver secreete Resolutien van den 14e en 18e der
voorleeden maand, betreffende de vigoureuse voortsot„
tinge van den Oorlog en de preparatien tegens de
aanstaande Campagne, en na een mondeling.
entretien daar over, hebbe ik aen den Prince
Eugene eene compendieuse schriftelyke memorie
toegesonden, comprehendeerende de pointen van
haar Hoog Mogende ordres; waar op syne Hoog„
heid my geantwoord heeft, dat eeven, voor dat
ik ingetreeden was, by hem was geweest den
Hannoverschen Minister, en bekend hadde
gemaakt, dat syne Ceurvorstelyke Doorlugtigheid
van Hannover absolutelyk was ter needer
leggende, en in handen van syne keijserlyke
Majesteit en het Ryck resigneerende het opper
Weenen.
8.
=gaders de tydige overkomste van den Prins
Eugene betreffende, van haar Hoog Mogende bevee„
„len met alle mogelijke attentie en sorgvuldig„
„heid na te komen, en aan Uwel Ede. Gestre. mijne
bejeegeningen dien aangaande te relateeren.
Ih verblyve met schuldige eerbiedigheid
Wel Edele Gestrenge Heer daz. Weenen den 1e Januarij
1710. (: was geteckent:) J. J: Hamol Bruijninx.