Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
van Gemers, waar hij de selve ter Rolle van
den 28 September 1769 van het gedicteerde
doorde appellanten Copije versogten, om het
selv aanhunne principale bekent te make„
hehken, verkosen die verschillen ten geregts
dagen van den 26 October, en advis te houden
ende saat voernw hoog Mogende als die aan
dees. stad het appel gereserveert hadden te
hoergen, als wanneer U hoog Mog: Sy
resolutie vanden1769
goedvonden dat wert Commissoriael
te maken.
De procunius aandt. appellante bedient heef
daarnae hij ons wel aanmert gemaaks, om
uijtinge van het advis te Verwerven oordeelde
geene wijsheijd te hebken, geduurend de
herandslaginge van U hoog Mogend ietwes
dienaangaande te beslissen, en ons te moeten
vergenoegen met onsen ligent Nederhurg te
chargeeren, hy de Heere. Uw hoog Mogend
Commissarissen met alle discretie te sollici
deeren, deneijnde hoogst derselver rapport van
neeb saken van meerder belang hen niet
verhinderde. hij Uo hoog Mogende mogte
inkomes
Inwij souden hoog Mogende Weeren dit
voetspoot hij vervolg gehouden hebben soo
niet op onse Jovis, of huijte holle vanden
13 deser wederom bene procedume in cas d'ap
pel tusschen Charles Ressolictie van havre
als
21.
als last enprocuratie hubkende van lt. J.
vander Geest Land scholtus der stad en Lank
van Ravesteijn, appellant ter bente,, en
Martinus van Gemert, geappelleerde ter
andere zijde doir schepene, en secretaris
van Gemers, wederom onder Copije authenticq
der stukken met twee hij gevoegde declaratien
en versoek van raupatie waren overgebragt
en d'appellant on. met dusdanige huijte„
gewoone swaare kosten niet beladen te worden
sig daar tegen hij een uijtdrukkelijk verhant
ter Rolle gedicteert, waarvan, mitsgaders
vande twee declaratien wij de Vrijheijd nemen
afschriften te voegen: ) geene parthije hadde
gesteld, in overweeging neemende aanden
lenenkant, dat wij doer alle appointement
hoedanig ook tusschen partijen te geven
gevaar souden loopen vande hoogste Eerhied, welke
aanUw hoog Mogende beraadslaginge. den
uijterste verschuldigt is kunnen Swetsen
foohchlien wij oak ditmaal moeten liesluij
ten de saake wederom in advis te houden
doch aande anderekant dat deese onse be
schikking doorden tijd geengeringe Proju„
dicie aande administratie den Justitie soude
toebrengen gemerkt de Allerregtvaardigste
vonnissen van Gemert, door eene benvoudige
intirjectie van Appel, met opgevolgde Be
schrijfbrieven in onmagt sullen vallen
en integendeel nieman tegen eenig Vonnis
den 28 September 1769 van het gedicteerde
doorde appellanten Copije versogten, om het
selv aanhunne principale bekent te make„
hehken, verkosen die verschillen ten geregts
dagen van den 26 October, en advis te houden
ende saat voernw hoog Mogende als die aan
dees. stad het appel gereserveert hadden te
hoergen, als wanneer U hoog Mog: Sy
resolutie vanden1769
goedvonden dat wert Commissoriael
te maken.
De procunius aandt. appellante bedient heef
daarnae hij ons wel aanmert gemaaks, om
uijtinge van het advis te Verwerven oordeelde
geene wijsheijd te hebken, geduurend de
herandslaginge van U hoog Mogend ietwes
dienaangaande te beslissen, en ons te moeten
vergenoegen met onsen ligent Nederhurg te
chargeeren, hy de Heere. Uw hoog Mogend
Commissarissen met alle discretie te sollici
deeren, deneijnde hoogst derselver rapport van
neeb saken van meerder belang hen niet
verhinderde. hij Uo hoog Mogende mogte
inkomes
Inwij souden hoog Mogende Weeren dit
voetspoot hij vervolg gehouden hebben soo
niet op onse Jovis, of huijte holle vanden
13 deser wederom bene procedume in cas d'ap
pel tusschen Charles Ressolictie van havre
als
21.
als last enprocuratie hubkende van lt. J.
vander Geest Land scholtus der stad en Lank
van Ravesteijn, appellant ter bente,, en
Martinus van Gemert, geappelleerde ter
andere zijde doir schepene, en secretaris
van Gemers, wederom onder Copije authenticq
der stukken met twee hij gevoegde declaratien
en versoek van raupatie waren overgebragt
en d'appellant on. met dusdanige huijte„
gewoone swaare kosten niet beladen te worden
sig daar tegen hij een uijtdrukkelijk verhant
ter Rolle gedicteert, waarvan, mitsgaders
vande twee declaratien wij de Vrijheijd nemen
afschriften te voegen: ) geene parthije hadde
gesteld, in overweeging neemende aanden
lenenkant, dat wij doer alle appointement
hoedanig ook tusschen partijen te geven
gevaar souden loopen vande hoogste Eerhied, welke
aanUw hoog Mogende beraadslaginge. den
uijterste verschuldigt is kunnen Swetsen
foohchlien wij oak ditmaal moeten liesluij
ten de saake wederom in advis te houden
doch aande anderekant dat deese onse be
schikking doorden tijd geengeringe Proju„
dicie aande administratie den Justitie soude
toebrengen gemerkt de Allerregtvaardigste
vonnissen van Gemert, door eene benvoudige
intirjectie van Appel, met opgevolgde Be
schrijfbrieven in onmagt sullen vallen
en integendeel nieman tegen eenig Vonnis
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 11510, De depêcheboeken en de brievenboeken van de Staten-Generaal / De brievenboeken / Registers van ingekomen ordinarisbrieven / Periode van 1680-1796 / Registers van ingekomen ordinarisbrieven, bijlagen en memories betreffende binnenlandse zaken (binnenlands register) en buitenlandse zaken (Duits register en Frans register) / , binnenlands register IV
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.