Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11509, pagina 12

hebbende voorgebragt, Uw Hoog Mogende ge„
resrecteerde Resolutie van den 1 december 1774
waar by Un Ho:Mo: hebben gelieven te vorderen
Berigh op het verzoek van den Bisschop van
Dirapoli, Francois de Sales, viearis op de kust
van Mallabar, onder de benaaming van Bis„
schop van Permanicien tendeerende het voors
verzoek, ten einde U Ho:Mo: aan den gemeeden
Bisschop en Zyne den delingen, zouden gelieven de
vereeenen de nodige permissie ter verkryging
van een huis in de Stad Cochem, om hunne li
,gendommen en kerkelijke Goederen in verligheid
te kunnen brengen, breeder vermeld by de missive
van den Heer van Berkenroode, Uw Hloogho
Ambassadeur aan het Hof van Vrankryk, g
schreeven de Parys den eersten december voorm:
neemen wy de vryheid op dat verzoek tot Be„
richt te dienen. dat zedert de stad Cochim,
geleegen op de Kust van Mallabaar, is ge
,weest in het Bezit van de Neederlandsche Oor
Indische Maatschappy, de Roomsch gerinde
Christenen, die onder haar gebied, of onder dat van
den Koning van Cochimi ressorteerden, altoos
hebben gestaan onder de protectie van de Nader„
landsche Maatschappye, in Steeds als haare
onderhoorigen aangemerkt en behandele zyn.
Maar na dat, by vervolg van tyd, een groot ge„
„deelte van het Ryk van Cochem was geraant
onder de Maght en in de possessie van den No:
ning van Trevancoor, zyn te meermaalen met
dien doost, als ook met die van Cochim, verschillen
ontstaan, over het Rrecht dat die Princen sustineerden
hun
O: J: Comp:
2.
hun te competeeren over de Christenen, welke
onder hun gebied woonagtig waren, en
schoon die verschillen meestentyds, tot weder„
zydsch genoegen zyn geschikt, hebben dezelve
echter meer dan eens, verwekt, moeyelykheeden
die Somtyds van onaangenaame gevolgen ge„
,weest zyn. Wy zyn echter met praecieslyk
genoeg geinformeert, waar in de verschillen
hebben bestaan, en op wat voet die zyn veref„
„fent, nog ook genoegzaam onderrigt nopens
het verblyf dier Roomschgezinde Christenen„
en de plaatselyke constitutie van de Stad Co„
chim, om met voldoende te kerheid te kunnen
oordeelen, of het verleenen van de verzogte per„
missie tot het verkrygens en occupeeren van een
huis binnen de gemelde Stad, zoude stryden
met de conventien, die de Ministers van de
Compagnie met de Koningen van Trevancoor
en lochim hebben gemaakt, dan wel of het
occupeeren van dat huis van eenige andere
nadeelige gevolgen zoude kunnen zyn,
iet is buiten des, naar onze gedagten, van
bezondere opmerking, dat de bovengemelde
geestelyken tot hier toe nooct zodanig verblyk
in de stade Cochum hebben gehad, want niet
te vermoeden zynde, dat dy voorheen nooct
zouden hebben getragt die vryheie te versorggen,
zoude men moeten besluiten, dater bizondere
reedenen dyn geweest om hun dusdarng verblyf
in die Stad niet te vergunnen.
deeze consideratien doen ons derhalven de
vryheid neemen Uw Hoog Mog: eerbiediglyk