Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11485, pagina 16

polte: Ons ter hand gesteld, hebbende
copie eene: resolutie van nu hoog 109.
le dato 2t Decembe, des. afgeloopenen
jaars 1770, waarhy U hoogMogende
deseri Collegie heblien gelieven te gelasten
inde kas vangem: polder te furneere,
eene somme van ses hondert Guldens
uijt de pointingen, en settingen en verde
inkomsten hemen wij de vrijheijd Ue
hoog Mogende onderdanig voor te drage.
dat wij ons met de voors: belastinge ten
uyterste beswaard vinden, alsoo oirse finm
tien daar toe niet toereijkenk sijn, en
wij noort metdergelyke Last syn beswaard
en uit derhied gesegt daarvan behoorde.
ontslagen te werde.
want wat aangaat onse pointingen
en zettingen, het selve is eenfonds het
geene het Collegie vanden vrije soo te brugge
als alhier vande oudtste tijden, en appa
rent al vande eerste erectie af, alsoo de
ouds te Archiven daarvan meldeng ma
ken, heft genooten, om daar uijt de
kosten vande administratie der Jnstitie
te vinden, maar wergens hlyft dat die
ooit met eenige keosten sijn beswaarden.
daarom ook wanneerdet Collegie onderde
gehoorsaamheijd van U hoog Mogende
is gekomen, deselve al van den Jare 1604
onder andere priviligien, doert hoog
Mogende syn geconformeert in soo
verre
10.
verre selfs dat U hoog mogende de nood: sa
kolijkheijd vandien, ende onmogelyk heijd
van het gemus derselve consideren ende bij resol
vanden 23 Augustus 1686 sulchenier staa,
dat vorstaan hij het bedyken, of herdijke
van polders indesen land geen vrijdom empoir„
ringe enzettinge sal worden geaccordeert van
welk voorregt wy tot heeden hebken mogen
jouisseeren, soedanig dat wanneer ten Jare
1742 de bedijkers vanden Nieuwershaven
polder van 11 hoog Mogend onder andere„
vrijdemme, ock die vande pointinge en lettinge
voirden tijd vandertig Jaren hadden ieten te ob
tineiren, 11 hoog Mogend hij eene resolutie aen
den 4 Augusti desselve. jaars, egons versock
dien vrijdem wederom sulken ingetrokken.
aar hoog Mogend Heeren wat uut
sal de Collegie kos en, dat voorregt heh lie„
immers niets, indien die langs eene 1e9 als
dese dog werd beswaard en genood saalit uijt d
fondsen vangeintinge, en settinge, of ander
middelen Calamitens. polders te securreenen
t geine huijten exempel is ende 1tun: der
serke te gensig heeft, dewijl nergens soo veel
ons heinst is eenige Magistrant te Lande.
of poeders onderhaare Iuisdictie onderstan
doet, maar ter Contrane de Lande. terpsigt
syn haare Magistraten van het noodige tot
administratie der Justitie te fourenien
te meer dewijl het seke is, enhier meer
dan eens ondervonden, dat Calamiteuse polders