Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11431, pagina 8

van de memorien, dewelke mede in het voor„
,leede Jaer van de Hessen Casselse zyde over
dee Post differentien alhier aen 't ligt zyn ge„
„koomen, en men wil remarqueeren dat in deese
laatste stukken, nog veele weyniger menage,
„ment, als in de voorgaende, tegens het voorsz:
Hoff word gebruykt.
Voorleede Donderdag begaven zig verscheide
Persoonen van Distluctie, en onder anderen
den Keyserlyke Con Commissaris, de leur Saxi„
,se, en franse Ministers, en den Resident
van Ruslandt van hier naer Straubing,
om haar opwagting te maken aen den leur
Prins en Ceur Princesse van Saxen, ter gele„
,gentheid van hare passage door die Stad
naar Munchen alwaer ook soo men seyt, de
Ceur Vorsten van Ceulen ende de Paltz, de Prins
Ravier van Saxen en den Markgraaff van
Baaden Baaden geduurende het Carneval
verwagt werden.
De Brieven uyt Franken brengen meide dat
de Rhycks Trouppes ordre hebben zig steeds
marschvaerdig te houden en particuliere advysen
uyt Bamberg van den 3en deezer voegen er bij„
dat aen den Bisschop van Wurtzburg die zig
thans aldaer bevond, de narigt met een Cour„
„rier was toegekomen dat den Generaal Beck
de Stad Forgau had ingenoomen naer de
„selve bij naer in den grond geschooten te
hebben.
Huyden zyn de Ministers van den Rhycks„
dag, voor de eerste naar de vacantie wederom
vergadert geweest, en ik heb dee Eer van op
het
Bylaegrec 14 Jan: 1760
het alderrespectueuste te zyn.
Hoog Mogende Heeren etc: Regensburg den
7 Januarij 1760 (: getr. J: J: Gallieris
Translaat
Rescript aen den Keur, Brunswyk„
„schen Gezant ter Rykste Vergaderinge
gedateert Hannover den 19 Dec: 1759
van zodanige bequaamste middelen, waer van die
Keyzerlyke Minister Baron van Wildman, in
syne memorie van den 7 October, wegens de opden
18 September deezes jaers voor de poorten van Wetz„
„lar voorgevallen schermutzelingen (volgens
syne verzekering op uytdrukkelyk bevel jaen
de Vergaderinge van den Frankschen Kreyts
overgegeven, op eene onbepaalde wyse verkondigt
had, dat het Keyzerlyke Hoff dezelven tot
den welstand des Ryks appliceeren zou, e=
daar ontrent met den eersten meerder soude
bekend worden, is tot hier toe niet anders pu„
„blicq geworden, dan misschien dit, dat
het gemelde Hoff door mondelinge vertoogen
bij de gezanten tot den Ryksdag gezogt heeft
aen de voornoemde gebeurtenisse zulk eene
gedaente en kouleuren te doen geven, dat, daer
door, tegen Syne Koninglyke Majesteit, On„
,zen Allergenadigsten Heere, bij desselfs hooge
Ryks Mede Stenden, een zoo onverdiend
ongenoegen, als ongefundeerd verwyt, mogt
worden verwekt, en de gemoederen hoe langs
zo meer weerhouden worden van de ontdekken„
,,ge der waare grond=welle en fonteyn, waer
uyt de stroom van het tegenwoordig ongeluk
zig over Duitschland uit gestort heeft.