Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11348, pagina 15

Bijlage Rec: 8e. Februarij 1738.
Wanneer een Schipper met zijn schip aankomt,
en door Schieten, Schouwen, of op eenige andere
wijse hulp versoekt, zo zullen de naaste inwoonders,
die het lootsen verstaan verpligt zijn, denselven te
hulp te komen en in een bequamen Oort of haven
in te brengen voor billijke betaaling na goede man„
nen Ulitspraeck, zo ex anders geen Saxe op gezet is.
Doch zo zij wegens Horm en onweder niet konnen
uuitkomen, en het schip dus stranden moet, zullen
de Inwoonders op't Land den Schipper door kenbaa„
retekens aan wijsen, waar de beste grond is om
het schip te laaten stranden, endie een valsch
Teken geeft, zal met de dood gestraft worden.
Hoog Mogende Heeren.
Mijn Heeren, Ik heb mijheden vereerd gevonden
met aere Hoog Mogende gerespecteerde Missive
en resolutie van den 4e. deeses, en bedanke met diepe
onderdanigheid voor de gracieuse wijse, waarop
het Uw Hoog Mogende behaagt heeft mijne aan„
gewende devoiren in de saak van 't moedwillig
geruineerde Schip van Amdries Muller goed„
gunstig te approbeeren. Ik heb deeere van hier
bij te voegen een nadere Attestatie, die de Schipper
te Kuxhaven belegd heeft. Ik heb het Origineel aen
den Heer Resident Coijmans gezonden, tot bewijs,
dat het schip heel en gaaf was, en had konnen
binnen gebragt worden, doch dat de geene, die het
sauweeren avilden, door de Helgelanders met ge„
weld gerepousseerd zijn.
Hier is ter waereld geen nieuwes, dan dat
de Heer Grave Casteja hier is door gepasseerd, sonder
bij na iemand te zien. Het gemeenste en proba„
belfte gevoelen is tegenwoordig, dat de Fransche
negociatien in Denemarken stilstaan, tot dat
men
d'Heer Mauricius
dat: 11e.
lec: 15e. Februarij 1738.
Hoog Mogende Heeren Ss. Hamburg den 11e
Februarij 1738. (get) J: J: Mauricius.
Bijlage Rec: 15. Februarij 1738.
961
Extract Protocot Ritzebuttel.
Mercurii den 5e. februarij 1738.
Compareerde op het Heis Ritzebuttel de Hollandsche
Schipper Andries Muller, en vertoonde, hoe dat zijn
schip door het Volk van deeze plaatsitwelk toen
ter tijd met een Altonaer Ever in Zee avaren ge„
weest, nogavel had konnen behouden wvorden, zo
de Heeligelandershen niet met geweld te Eug gedree„
ven, maar in't schip te hulp hadden genoomen;
met versoek, dat deese menschen daer over mogten
Eedelijk afgehoord, en aan hem een Authentique
attestatie daar aan gegeeven worden.
Waarop de navolgende door gemelde schipper ge„
sisteerde persoonen, nam.
Siervert Heij, oud 35. Jaaren.
Johann Heij, oud 32. Jaaren.
Turgen Smet, oud 30. Jaaren. alle bij Kuxha„
ven woonagtig. item Beerend Arends, oud 23. Jaaren,
te Ritzebuttel woonagtig, de navolgende verklaaring
afgelegd hebben: Dat zij in de maand December van
het voorledene gaar savonds van Schipper Andries
men den uitslag ziet van die in Zweeden. onderwijl beken
ick hoe langs hoe meer, dat men bij naterwaereld geen
Staat kan maaken op alles wvat hier gedebiteerd wordt
door menschen, die pretendeeren Correspondentien te
hebben op andere plaatsen. De voorsigtigste kan daarin
bedroogen worden, vooral, avanneer een aijverig dienaer,
die garen zijn diligentie wiltoonen, bij gebrek van
Occupatie in de Postzelf, somtijds gedwongen is schrijf„
Htoffe te zoeken buiten zijn departement.
wvaarmede ick met alle onderdanigheid verblijve.