Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11180, pagina 17

werdende conferentien noch ijverigh gecontinueert
ende soo men verstaet, soude met deselve ijets vruort=
baerlijcx geslooten werden, Immiddels doetmen de
recreutes op alle plaetsen ten besten mogelijck
voortsetten aande eer de Turcken int veltkonnen
komen, d'een off d'anderd attacque voor te nemen:
van Gasschaumeldende laatste brieven, dat den
Petnehasij aldaer gearriveert is, doch refereren
mets, als dat gelijck jonghst vhaelt, de onse
de plancken tot Segethin hebben affgebrandt ende
veel vee wechgevoert onderentusschen ismen bij
dit hoffbedacht, niet alleende voornaemste
hongarische officieren, goude met Edel gestrente
besette ketenen, midtsgaders het keijserlijcke
beeltenisse te versien, maer oockden gemeenen man
eenige maenden soldije over te maken, om die ende
keijserlijcke fideliteijt te conserveren, des te meer,
terwijle het surlaat verluijden, dat een bekelijsche
bediende tot Temeswar is gearriveert, dewelcke
aende voornaemste hongaren soowel, als sijnne
gemalinne, brieven gebracht heeft, opdat sij in sijne
trouwe mochten verblijven, met versekeringe
dat hij ten eersten met eene groots Turcksche
ende Tartarische macht, soude komnen haer te
ontsetten.
vangelijcken melden andere brieven, dat de nieuw
geworvene Turcken, die mezal tot de accepteringe
der wapenen heeft moeten dwingen, meest vlopen;
InNatolien soude eene groote rebellie sijn, alsoo
dat suhettelijcke duijsent man te samen hebben
gerotteert, ende het Landt met rooven sengenende
branden vwoesten DenTurckschen Grooten
vizier soude doodelijck kranck sijn.
S. S. Addo suibmississime, van't hoff
hoore rick, soude een bevel aenden heer Generael
Catrara gegaen sijn, dat hij in't toecomende sijnen
Courier met beter seeckerheijt soude affschicken
ende den hongaren, dewelcke sonder dat met hare
Emanuaasis van heere Hamel
Bruijnincx. tec: 16e. februarij 1686
Weenenden 3en. Februarij 1686
Abraham Sebaldt.
Translaat uijt het hoochduijts
Hooch Mogende Heeren.
Mijn heeren. van hier is tegenwoordich buijten
de continuerende groote Crijchspreparatien
ende conferentien weijnich te adviseren: onderentusschen
dat sijnne furstelijcke Gen: van Dietrichsteijn,
opper Camerheer, tot Sijn hoocheijts eerendagh,
dewelcke hij huijden over acht dagen met het
Frewlein van Brantson, hoff Dame vande weduwe
keijserinne, sal voltrecken:) alles verveerdigen, voor
eenige dagen is den furst Piccolonim uijt Opper=
hongarijen gearriveert, vandaer verneemtmen, dat de
rebellen uijt mongatz met alle hare forces onver„
siens eenen uijtvall in onse quartieren hebben
gesenteert, doch wierden soodanigh ontfangen, dat sij
sich met verlies van eenige dooden, wederom daerin
moesten retireren: Ende off wel den Teckelij
sich opt uijtterste bemoeijt, omde albereijts opde
keijsersche zijde overgecomene opperhongaren,
op sijnne sijde te brengen, soo hooptmen doch, dat
hij niets en sal effectueren, naerdien sij net alleen
opt vriendelijckste getracteert ende met groote
geschencken geregaleert werden, gelijck als on=
langhs van sijne Eminentie den heer Cardinael
Bouvisio, een pretieuse goude kettingh aenden
pethnehasi toegesonden is geworden, maer oock
vande Turcken grooten buijt hebben verovert,
wijders is voor dees tijt, wegens het variabel
weer alles still. Daer sijn wel brieven
van Zolnock ingecomen; maer deselve brengen niets
6.
relatien seer liberael sijn, niet soo licht gelooff 12.
geven. hiermede gel„