Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11180, pagina 12

Ien verwacht alle uijren het beseuijt wegens de
ChurSaxische Auxiliaire volckeren, bij gevolch
vandien men sal vernemen, off sijnne Churfurstelijke
Doorlht persoonelijck in tingarijen soude vschijnen.
Brieven van Venetien melden, dat van daer eene
Galeije, waerop onder anderen 130m. Zochim sijn
geweest, naer de armée soude affvaren; maer door
storm ende windt des nachts in een Eijlandt mosten
inloopen, alwaer eenige nieuw geworvend franschen
gelegen, die gerevolteert sijn, den officier om te
brengen ende de Galeije met hetgelt en alles
daervan wilden voeren, maer sijn in een bloedigh
gevecht alle meest ter neder gemaeckt, ende de
rest bijden volgendendagh in Zee geworpen.
Advijs uijt Weenen
rec. 19e. Januarij 1686
Translaet uijt het poochduijts
Weenen den 6en. Januarij 1686
Gisteren is den oversten Lieutenant vant Zieroijsche
regiment uijt oppertungarijen alhier aengecomen,
dewelcke twaelff Turcksche standaerden ende 7 pancken,
die in het jonghstgemelte breffen bij Aradverovert
sijn geworden, mede heeft gebracht, gemelte overste
Lieutenant refereert daerbij, dat over de duijsent van
vijandt gebleven sijn, ende inde vijff hondert gevangen
geworden, de overige sijn verstrooijt, ende hebben sur
inde hoochste confusie naer Guijla en bemeswar
gesalveert, ende is dese partije het pidtenden
kern geweest vande Turcksche grentz guarnisoenen
De groote buijdt, die den onsen in Aradtendeel
is gevallen, kanmen niet genoechsaem beschrijven,
ende heeft men aldaer bij twaelff gewesene raden
alleen over een millioen becomen, buijten eene groote
quantiteijt victualie ende 'tgeene men bijde Turcken
gevonden heeft.
Den heer Generael Caprara heeft wegens het weke
weer tot dato deses, niet op Mongatz connen
tenteren.
Ondertusschen is den Zevenberghsche affgesante
tot Esperies aengecomen: maer den Teckelij
sit noch op het slote tot Griep Weissenburgh
gevangen.
Den franschen Envoijé hout sich noch incognito, tot
alles t' sijnner audientie veerdich is. Sijne Doorlht
den Churprins Paltzlaet alles verveerdigen, om
binnen achtdagen met sijne Gemalinne
wederom naer huijs te keeren, Immiddels wilmen
seggen, dat het Tractaet met Chursaxen nu oock
is geadjusteert, ende deselve neffens de Chur=
Brandenburghsche auxiliaire volckeren tijdelijck
naer ungarijen sullen opbreken.
Uijt Poolen kant dat de Turcken ende Tartaren
aende plaetsen van dese Campagne de meeste
peerden sullen hebben aengeslagen, off welde
Turcken den Coningh hebben geoffereert, hem alle in
voorgaenden oorlogh affgenomene Landen, oock den
Christenen, sonder eenigh tribuijt, het heijligh
Graff inte ruijmen, soo wanneer sijnne mnt,
haer den vreede vande Christenen soude konnen
procureren, soo maecktmen doch alle preparatien
tot eenen tijdelijcken velttocht, des te meer, dewijle
sijne pauselijcke heijlicheijt haer bij een millioen
belooft heeft, ingevalle sijnde toecomende
Campagne ijets notabels sullen tenteren.
Translaat uijt het hoonduijts
Deerweijnigh schrijffweerdichs valt van hier te
berichten, als dat sich sijnne keijserlijcke Majt.
deser dagen twee Mijlen van hier met de Swijne
jacht gediverteert heeft ondertusschen wert soo
wel alhier, als alle andere plaetsen met de
preparatie der Bomben ende alderhande vuijrwercke
Advijs uijt Weenen
ric: 25en. Januarij 1686