Blader door transcripties » Streekarchief Midden-Holland

archieftoegang 0001, inventarisnummer 195, pagina 11

vooren verhaelt Is uwer / noch wel wil
geremonstreert hebben, waer uijt dat
gesprooten is dat de Officiers jaerlijcx
twintich gulden Jaerlijcx tot de vier
poort pandingmalen, als tot elckemael
vyff gulden plagen te geven, dat is datmen
op de selve poortpandingen de poorters
plach te panden, daer aff zij oock de
naem hebben als wesende de pant
daegen vande poorters, twelck op die
tijt was de executieg van vonnissen,
ende als sulcx geschiede hadden den
Officieren hemr profijt daer aff ende
Leijden de penningen uijt op den derden
penning meer twelck heur een merckel.
somme gelts In bracht,/ ende om dat
tgerecht heur daer Inne assisteerde
zoo mosten zij helft gerecht daer aff
loonen, ende om datmen geen Rekening
houden zoude vandt juijste loon dat
heur soude toecomen, soo wast gevonden
op vijff gulden op elcke poortpandinge
nu ter contrarie, mit de nieuwe
ordonnantie vande justitie Is dije
manier van eecutien verandert tot
groote schade vande Officiers Vandt
In plaetse dat sij de pandingen off
executien plegen te doen ende de penningen
uijt te legten, soo end wordt dat nu bij hem
nijet meer gedaen, maer de sommatien ende
renovatien worden gedaen bijde boden, ende de
arresten beijde booden mit Schepenen sonder
dat d'Officiers ergens ijet afftrecken In
vongen dat zij zelffs nijet genietende ende
selffs oock nijet gebruijckt wordende Int
stuck van executien immers nyemandt en
behooren te loonen ende staet te letten,
dat Schepenen de arresten doende keffen
de booden alsdan telcken van perthneg geloont
worden welck loon zij nyet en plegen te
hebben als de Officiers de executien deden,
die daer vooren ayders heen loon en
gaven als de voorss. vijff gulden op elcke
poortpandingmael Soo haest als de
pandingen ende uijtleggingen van
penningen cesseerden, alsdoen behoorden wel
mede te cesseren d'voorss. voff guldens,
dan sulcs mitten Eersten nijet geschiet
wesende behoort Immers nyet betaelt
te worden bij hem Remonstrant dijen
vrijdomme belooft ise hij remonstrant
verstaet dat sommige willen sustineren,
dat de voorss. twintich guldens Regalia
souden wesen als off dat een zaecke
waer, daer sonderlinge wat op zoude
staen te letten, Dan hij remonstrant
acht dat daer tegens nijet veel nodich
en Is te seggen, want ten eersten meent
hij genonch notoir te wesen, dat de Stadt
geen pretensie van Regalia can hebben
op een Offitie dat de craeffelijcheijt