Blader door transcripties » Drents Archief

archieftoegang 0114.23, inventarisnummer 6, pagina 4

No 102
1893
n den derden ei achttienhonderd drie
en negentig
zo voor Gerewienns Weij notaris binnen het avon
dissemand tesen terstandplaats Coevorden verschenen.
Hendrik Steenbergen, molenaar, wonende te Geen
gemeente Oosterkesselen.
die ten overstaan van den ondergeteekenden no
tarie en in tegenwoordigheid der mede onderge
teekende getuigen zynen uitersten wil heeft
verleden welken de ondergeteekende notaris in
dindelijke bewoordingen heeft doen schrijven
rooals die rakelijk aan hem notaris door den
erflater is opgegeven en alhier volgt-
Vlherroep Izijne voorheden gemaakte tes
tamenten en verklaar thans over mijne na
latenockap te besckikken als volgt
wanneer door mij erfgenamen in de rechte neder
dalende line worden nagelaten, zoo verklaar
in te legateeren aan mijne ecktgenoote Everding
Maria Elisabeth Grrippen
vooreerst de roerende en onroerende goederen my
ner nalatenschap of wel zoovele en zoodanige daar
van als rij zal verkieten, onder den last om bij
de verdeeling mijner nalatenschap de waarde
van die raken, welke haar ingevolge haren
wensch als legaat worden afgegeven en welke
waarde zal worden bepaaltt door volgens het
voorschrift der wet te benoemendeskundigen
aan mijne nalatenschap te betalen
ten andere het vruchtgebruik mijner geheele
nalatenschap om door haar, zonder paarvoor
zekerheid te stellen gedurende het leven genoten
te worden
wanneer door mij geen personen, die als erfgena
men in de rechte nederdalende line aanstraak
op mijne nalatenschapkunnen maken, worden
nagelaten benoem ik mijne echtgenoote hverde
na Maria Elisabeth Grupppen tot erfgename mij
ner geheele nalatenschap
De voorzegde opgane id gedaanbuiten de tegenwoor„
digheid der getuigen en f het opstel id door pennota
ras gereed gemaakt, doch heeft de erflater, aloo
rens de voorlezing daarvan is geschied zijnen
wil naderrakelijk in tegenwwoordigheid der getui
genaanden ondergeteelenden notaris opgegeven.
Daarna is in tegenwoordigheid der getuigen deze
niterte wil aan den eylater door den ondergetee
lenden notaris voorgelezen en na die voorlezing
aan den erflater dooden notaris afgevraagd
of het voorgelegen zijnen uitersten muil bevat„